NJB 2017/2145
Octrooi. Swiss-type claim. Een inmiddels geëxpireerd octrooi heeft betrekking op het gebruik van een stof in een geneesmiddel voor de behandeling van hepatitis C. Een later verleend octrooi heeft daar ook betrekking op, maar dan specifiek voor behandeling van infectie met een bepaalde variant van het hepatitis C-virus. Iemand brengt een generiek geneesmiddel met de stof op de markt. Maakt hij daardoor inbreuk op het laatstbedoelde octrooi? Hoge Raad: 1. Tweede medische indicatie. In alle gevallen van Swiss-type claims is voor (directe) inbreuk noodzakelijk, maar ook voldoende, dat de gemiddelde vakman zal menen dat het middel (mede) bestemd of geschikt is voor behandeling waarop het tweede medische indicatie-octrooi ziet, de inbreukmaker voorziet of moet voorzien dat het generieke middel welbewust zal worden aangewend voor die behandeling en hij de in redelijkheid van hem te vergen maatregelen achterwege laat. 2. Indirecte inbreuk. Op een Swiss-type claim kan indirecte inbreuk worden gemaakt. 3. Middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding. Om te kunnen spreken van een ‘middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ als bedoeld in art. 73 lid 1 ROW 1995, moet het middel dienstbaar zijn aan het concept van de uitvinding, datgene waarop de uitvinding stoelt, en moet het bijdragen aan de verwezenlijking van de leer van het octrooi. De rechter zal zich in ieder afzonderlijk geval, aan de hand van zijn uitleg van het octrooi, moeten afvragen of daarvan sprake is
HR 03-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2807
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 november 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/04934
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2807, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:488, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑10‑2015
- Wetingang
(art. 53 aanhef en onder c, art. 54 lid 1, 4 en 5, art. 64 lid 2, art. 69 EOV; art. 52 lid 4, art. 54 lid 5 (oud) EOV; art. 1Protocol bij EOV; art. 4 lid 5 en 6, art. 53 lid 1 aanhef en onder b, art. 73 lid 1 ROW 1995)
Essentie
Octrooi. Swiss-type claim. Een inmiddels geëxpireerd octrooi heeft betrekking op het gebruik van een stof in een geneesmiddel voor de behandeling van hepatitis C. Een later verleend octrooi heeft daar ook betrekking op, maar dan specifiek voor behandeling van infectie met een bepaalde variant van het hepatitis C-virus. Iemand brengt een generiek geneesmiddel met de stof op de markt. Maakt hij daardoor inbreuk op het laatstbedoelde octrooi? Hoge Raad: 1. Tweede medische indicatie. In alle gevallen van Swiss-type claims is voor (directe) inbreuk noodzakelijk, maar ook voldoende, dat de gemiddelde vakman zal menen dat het middel (mede) bestemd of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.