Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/5.4.4
5.4.4 Het conflictenrecht in de SE-Verordening
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS432106:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Voetnoten
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), PB L 294 van 10.11.2001, p. 1 – 21.
Derde richtlijn 78/855/EEG van de Raad van 9 oktober 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende fusies van naamloze vennootschappen, Publicatieblad Nr. L 295 van 20/ 10/1978 p. 36 – 43, thans: Richtlijn 2011/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende fusies van naamloze vennootschappen, Pb EU L. 110/1 van 29.4.2011, p. 1 – 11.
Van Eek en Roelofs 2011, p. 19.
Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers, Publicatieblad Nr. L 294 van 10/11/2001 p. 22 – 32.
Anders: Van Veen 2012-11, p. 127. Van Veen meent dat de regels van nationaal recht van de lidstaten die voortvloeien uit de implementatie van de Tiende richtlijn niet gelden bij een grensoverschrijdende fusie waarbij een SE wordt gevormd. Hij beargumenteert dat met de stelling dat de SE-Verordening een strak stelsel bevat ter zake van de op de vorming van een SE van toepassing zijnde rechtsregels en de rangorde daarvan. Hij leidt dit met name af uit de verwijzing naar Richtlijn 1978/ 855/EEG (thans: Richtlijn 2011/35/EU) in artikel 18 SE-Verordening. Naar mijn mening is deze opvatting niet juist, omdat geen rekening wordt gehouden met het feit dat de Tiende richtlijn eerst na SE-Verordening van kracht is geworden. Om die reden zou artikel 18 SE-Verordening niet naar de letter moeten worden geïnterpreteerd maar naar de bedoeling van die bepaling, namelijk: het van toepassing verklaren van de bepalingen omtrent fusie – inclusief de bepalingen omtrent grensoverschrijdende fusie.
Tweede richtlijn 77/91/EEG van de Raad van 13 december 1976 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 58, tweede alinea, van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken, Publicatieblad Nr. L 026 van 31/01/1977 p. 1 – 13.
Cumulatieve toepassing van de vennootschapsstatuten van de grensoverschrijdend fuserende vennootschappen is ook de basis voor de grensoverschrijdende fusie waarbij een Societas Europaea (SE) wordt gevormd. Het bijzondere bij een grensoverschrijdende fusie waarbij een SE wordt gevormd is dat de SE-Verordening1 zelf regels geeft voor grensoverschrijdende fusie en daarnaast het recht van de lidstaten dat van toepassing is op de fuserende vennootschappen van toepassing verklaart op de grensoverschrijdende fusie.
De SE-Verordening heeft een gelaagde structuur, die blijkt uit artikel 9,10 en 18 SE-Verordening. Op basis van artikel 18 SE-Verordening gelden voor een grensoverschrijdende fusie waarbij een SE wordt gevormd, naast de bepalingen van de SE-Verordening, ook de bepalingen van het nationale recht van de lidstaat waar de fuserende vennootschap haar statutaire zetel heeft, welke bepalingen zijn opgenomen ter implementatie van de Derde richtlijn voor de fusie van naamloze vennootschappen.2
Ten gevolge van deze bepalingen van de SE-Verordening, worden op een grensoverschrijdende fusie waarbij een SE wordt gevormd de volgende bepalingen in de hierna beschreven volgorde toegepast:3
De bepalingen van de SE-Verordening, welke kunnen worden onderverdeeld in:
De regels van de SE-Verordening zelf;
De regels van de statuten van de SE, in de gevallen waarin dit uitdrukkelijk is toegestaan in de SE-Verordening;
De regels van nationaal recht van de lidstaten, welke zijn opgenomen ter invoering van de SE-Verordening (zoals in Nederland de SE-Uitvoeringswet);
De regels van nationaal recht van de lidstaten welke een implementatie zijn van de SE-Richtlijn;4
De regels van nationaal recht van de lidstaten, die gebaseerd zijn op de Tiende richtlijn betreffende grensoverschrijdende fusie;5
De regels van nationaal recht van de lidstaten, die gebaseerd zijn op de Derde richtlijn betreffende nationale fusie (thans: Richtlijn 2011/35/EU);
De regels van nationaal recht, die al dan niet gebaseerd zijn op andere richtlijnen, zoals bijvoorbeeld de Tweede richtlijn.6