Einde inhoudsopgave
Besluit 2009/917/JBZ inzake het gebruik van informatica op douanegebied
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/868 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/868)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/868 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/868)
- Vakgebied(en)
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Douane (V)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
In dit besluit wordt verstaan onder:
- 1.
‘nationale wetten’: wetten en regelingen van een lidstaat ter uitvoering waarvan de douaneadministratie van die lidstaat gehele of gedeeltelijke bevoegdheid bezit, met betrekking tot:
- a)
het verkeer van goederen die zijn onderworpen aan verbods-, beperkende of controlemaatregelen, in het bijzonder de maatregelen als bedoeld in de artikelen 30 en 296 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (‘het EG-Verdrag’);
- b)
maatregelen ter beheersing van contantgeldstromen binnen de Gemeenschap wanneer die maatregelen zijn genomen overeenkomstig artikel 58 van het EG-Verdrag;
- c)
het overdragen, omzetten, verbergen of verhullen van voorwerpen of opbrengsten, al dan niet rechtstreeks verworven bij of verkregen uit de illegale internationale handel in verdovende middelen, of overtredingen van:
- i)
wetten en regelingen van een lidstaat ter uitvoering waarvan de douaneadministratie van die lidstaat gehele of gedeeltelijke bevoegdheid bezit, met betrekking tot het grensoverschrijdende verkeer van goederen die zijn onderworpen aan verbods-, beperkende of controlemaatregelen, in het bijzonder de maatregelen als bedoeld in de artikelen 30 en 296 van het EG-Verdrag, en niet-geharmoniseerde accijnzen;
- ii)
alle bepalingen van communautaire aard en alle bepalingen voor de toepassing van de communautaire voorschriften in verband met de invoer, de uitvoer, de doorvoer en de aanwezigheid van goederen waarin wordt gehandeld tussen de lidstaten en derde landen alsmede tussen de lidstaten onderling wat goederen betreft die niet de status van communautaire goederen in de zin van artikel 23 van het EG-Verdrag bezitten of die ter verkrijging van deze status aanvullende controles en onderzoeken dienen te ondergaan;
- iii)
alle bepalingen die op communautair niveau zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld, of
- iv)
alle bepalingen die op communautair niveau zijn vastgesteld ter zake van geharmoniseerde accijnzen en btw op de invoer, alsmede de nationale bepalingen tot uitvoering daarvan, of die welke in dit kader zijn toegepast;
- 2.
‘persoonsgegevens’: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad (1);
- 3.
‘gegevensverstrekkende lidstaat’: een lidstaat die gegevens in het douane-informatiesysteem invoert;
- 4.
‘operationele analyse’: de analyse van handelingen die in strijd zijn of lijken te zijn met de nationale wetten, en die de volgende fasen omvat:
- a)
het vergaren van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens;
- b)
het beoordelen van de betrouwbaarheid van de informatiebronnen en de informatie;
- c)
het zoeken naar, methodisch in kaart brengen en duiden van verbanden binnen deze informatie of tussen die informatie en andere relevante inlichtingen;
- d)
het formuleren van bevindingen, hypothesen of aanbevelingen die direct als risico-informatie bruikbaar zijn voor de bevoegde autoriteiten ten behoeve van het voorkomen en opsporen van andere handelingen die in strijd zijn met de nationale wetgeving en/of van het nauwkeurig identificeren van de bij die handelingen betrokken personen of firma's;
- 5.
‘strategische analyse’: het zoeken naar en blootleggen van algemene tendensen inzake overtredingen van de nationale wetten, zulks door beoordeling van de bedreiging die wordt gevormd door, alsmede van de omvang en de gevolgen van, sommige vormen van handelingen die in strijd zijn met de nationale wetten om prioriteiten vast te stellen, een beter inzicht te verwerven in het fenomeen of de bedreiging, de uitvoering van fraudepreventie- en -opsporingsacties bij te sturen en de organisatie van de diensten te herzien. Voor strategische analyse mogen uitsluitend anoniem gemaakte gegevens worden gebruikt.
- 6.
‘nationale toezichthoudende autoriteit’: een toezichthoudende autoriteit zoals omschreven in artikel 3, punt 15, van Richtlijn (EU) 2016/680.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).