NJB 2019/2182
Schakelbewijs in de succinylcholine-moordzaken: in casu heeft het hof blijkens de bewijsvoering voor de bewezenverklaring van het in zaak B onder 1 tenlastegelegde feit (de moord op slachtoffer 2) mede redengevend geacht de omstandigheid dat de verdachte betrokken was bij het in zaak A onder 1 tenlastegelegde feit (de moord op slachtoffer 1). Indien voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten was betrokken, dient de vraag of de redengevendheid van dergelijk – in diverse varianten voorkomend – zogenoemd schakelbewijs begrijpelijk is, te worden beoordeeld in het licht van de gehele bewijsvoering. Het recht biedt hierbij geen steun voor de stelling dat een schakelbewijs-constructie alleen is toegelaten indien sprake is van een sterke overeenkomst in de wijze van uitvoering van de feiten ‘waarvan eerst is vastgesteld dat zij zijn begaan’
HR 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1455
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/05965
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1455, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:565, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Essentie
Schakelbewijs in de succinylcholine-moordzaken: in casu heeft het hof blijkens de bewijsvoering voor de bewezenverklaring van het in zaak B onder 1 tenlastegelegde feit (de moord op slachtoffer 2) mede redengevend geacht de omstandigheid dat de verdachte betrokken was bij het in zaak A onder 1 tenlastegelegde feit (de moord op slachtoffer 1). Indien voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten was betrokken, dient de vraag of de redengevendheid van dergelijk – in diverse varianten voorkomend – zogenoemd schakelbewijs begrijpelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.