Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/7.3.2.8
7.3.2.8 De kern: aard en ernst van het letsel
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Daaronder zijn ook 'psychische' gevolgen te vatten voorzover die voortvloeien uit aantastingen van het lichaam. Men denke aan functiestoornissen, zoals geheugenstoornissen, concentratiestoornissen en spraakstoornissen. Zie voor 'geestelijk letsel' zonder dat sprake is van lichamelijk letsel § 7.3.3.
Daarvoor dienen zich m.n. de Amerikaanse ama Guidelines aan, maar ook andere medische 'scoringssystemen' zijn bruikbaar. Vgl. Shepherd, Richmond & Miers 1994.
Aldus wordt bijv. in het Engelse recht in de Judicial Guidelines bij longziekten gebruikgemaakt van een medische categorisering. Zie Judicial Studies Board 1997, p. 15.
Vgl. voor een voorbeeld van een geval waarin bijv. besmettingsgevaar de aard van het letsel sterk kleurt HR 8 juli 1992, N] 1992, 714 Camc/O), waarin de Hoge Raad overwoog: 'Voor O. heeft het bestaan door de fout in het AMC niet alleen lichamelijk, maar in alle opzichten in zeer ernstige mate aan kwaliteit ingeboet. Ook de psychische druk is onbeschrijfelijk. Zijn situatie creëert een onvermijdelijke afstand in de intieme relatie met zijn echtgenote en in het contact met zijn kinderen en kleinkinderen, terwijl hij ook in zijn overige sociale leven steeds sterker geïsoleerd zal raken.'
Zie voor het Engelse recht in dezelfde zin Consultation Paper 140, p. 24. Zie voor in Duitsland en Engeland toegekende bedragen g 7.4.2.2.
Zie voor voorbeelden Rb. Assen 27 februari 1990, VRS 1997, 328 en Rb. 's-Gravenhage 30 oktober 1996, VRS 1997, 325.
Zoals gezegd lijkt er weinig verschil van mening te bestaan over de relevantie van de aard en ernst van het letsel voor de omvang van het smartengeld. Dat is ook niet verwonderlijk, nu de wet lichamelijk letsel aanduidt als 'erkende' bron van immateriële schade. Het ligt dan voor de hand om de omvang van het smartengeld primair te relateren aan en te differentiëren naar de aard en ernst van het letsel. Dat vormt momenteel meen ik ook het meest gebruikelijke aanknopingspunt bij de zoektocht naar vergelijkbare gevallen en dat is ook voor het slachtoffer het meest begrijpelijk. De kernvraag op dit terrein is evenwel op welke wijze de aard en ernst van het letsel kunnen worden gewaardeerd.
De hoofdkenmerken aan de hand waarvan de ernst van verschillende soorten letsel in categorieën kunnen worden ingedeeld en kunnen worden gewaardeerd worden mijns inziens gevormd door de aard, de plaats en de pijnlijkheid van de initiële verwonding, de gebruikelijke duur en intensiteit van het herstel en de aard en ernst van de blijvende restverschijnselen in de vorm van invaliditeit1 en littekens. Met name in verband met de factor invaliditeit kan informatie worden ontleend aan de medische waardering van letsels in het kader van de vaststelling van de mate van medische invaliditeit.2 Die informatie kan bijdragen aan de globale indeling van verschillende soorten letsels in verschillende categorieën, maar de mate van (concrete) invaliditeit kan tevens een factor vormen aan de hand waarvan in een concreet geval de plaats binnen de marges wordt bepaald.3 Niettemin hoeft een medische waardering van invaliditeit niet bepalend te zijn voor de waardering met het oog op het toe te kennen smartengeld. Zo kunnen bepaalde soorten letsel, zoals letsel aan voortplantingsorganen, uit medisch oogpunt als betrekkelijk 'licht' worden gewaardeerd, terwijl hun invloed op het welzijn van de gelaedeerde zeer groot kan zijn.
Bij de algemene waardering van verschillende soorten letsels en de indeling in categorieën kan tevens gewicht worden toegekend aan het bijzondere karakter van bepaalde soorten letsel, zoals het feit dat bepaalde soorten letsel besmettelijk,4 levensbedreigend of fataal zijn. Zo is bijvoorbeeld de besmetting met AIDS of het ontstaan van een mesothelioom - vooralsnog en doorgaans -fataal. Het gaat hier in feite om een bijzondere groep van gevallen. Legt men de nadruk op de duur van het lijden, dan ligt een relatief bescheiden bedrag voor de hand. Neemt men vooral de intensiteit van het lijden in ogenschouw, dan lijkt juist een zeer hoog bedrag geïndiceerd. In dergelijke gevallen ligt het in de rede om beide gezichtspunten in het oordeel te betrekken en deze gevallen te beschouwen als ernstig, maar niet als de meest ernstige, zoals de gevallen van zeer ernstige blijvende invaliditeit.5
Een bijzondere groep wordt tevens gevormd door de zogenaamde complexe letsels of 'multiple injuries'. Zij laten zich vaak niet eenvoudig in één groep indelen. Afhankelijk van de aard van de verwondingen kan ofwel worden gekozen voor afzonderlijke indeling, waardering en 'optelling',6 ofwel voor het aansluiten bij de meest ernstige verwonding, danwel voor een geheel zelfstandige waardering, los van enige andere letselcategorie.