RN 2006, 30
Versterferfrecht. Onder welke omstandigheden kan een onterfde echtgenote aanspraak maken op het recht op vruchtgebruik ingevolge art. 4:30 BW?
Hof 's-Hertogenbosch 07-02-2006, ECLI:NL:GHSHE:2006:AV1464
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
7 februari 2006
- Magistraten
Mrs. N.J.M. van Etten, T. Blokland, W.J. van den Bergh
- Zaaknummer
R200500750
- LJN
AV1464
- JCDI
JCDI:ADS871817:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Erfrecht / Erfopvolging bij versterf
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2006:AV1464, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 07‑02‑2006
- Wetingang
BW art. 4:30; BW art. 4:32; BW art. 4:33 lid 3; BW art. 4:33 lid 5
Essentie
Onder welke omstandigheden kan een onterfde echtgenote aanspraak maken op het recht op vruchtgebruik ingevolge art. 4:30 BW?
Samenvatting
Nadat het verzoek tot echtscheiding is ingediend maar voordat de echtscheidingsbeschikking is uitgesproken komt erflater te overlijden. Ingevolge een rechtsgeldig testament laat hij als enig erfgenaam achter een derde (zijn zoon is onterfd!). Zijn echtgenote heeft hij onterfd. De echtgenote maakt jegens de erfgenaam aanspraak op het recht op vruchtgebruik op alle goederen van de nalatenschap. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen. Ingevolge art. 4:29 lid 1 BW heeft de echtgenote van een erflater ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.