NJ 1999, 36
Griffierecht verschuldigd door gedaagde in vrijwaring
Hof 's-Hertogenbosch 07-05-1998, ECLI:NL:GHSHE:1998:AB9826
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
7 mei 1998
- Magistraten
Feith, Koster-Vaags, De Groot-van Dijken
- Zaaknummer
R9800053
- LJN
AB9826
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1998:AB9826, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 07‑05‑1998
- Wetingang
WTBZ art. 2; WTBZ art. 3 lid 4
Essentie
Griffierecht verschuldigd door gedaagde in vrijwaring.
Samenvatting
Anders dan voor de eiser in vrijwaring (art. 3 lid 4 Wet tarieven in burgerlijke zaken) bevat de WTBZ geen bijzondere bepaling ten aanzien van het door de gedaagde in vrijwaring verschuldigde griffierecht. Art. 2 WTBZ is derhalve van toepassing.
Het belang van de vordering in vrijwaring wordt bepaald op het in de hoofdzaak gevorderde.
Uitspraak
1. De feiten
1.1
Op 18 november 1997 heeft mr. Noordijk het verstek gezuiverd dat was verleend in de vrijwaringsprocedures tussen B&G Staalconstructie BV als eiseres en zijn cliënten, BV Rotterdamsch Zandstraal‑ en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.