RvdW 2014/1172
Wederspannigheid; rechtmatige uitoefening van de bediening bij aanleggen handboeien.
HR 07-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2919
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. W. A. M. van Schendel, B. C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/03770
- Conclusie
A-G mr. T. N. B. M. Spronken
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2919, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Nadat bij een veiligheidsfouillering potentiële steekwapens in de kleding van verdachte waren aangetroffen, werden ten behoeve van een veilig vervoer per dienstauto bij verdachte handboeien aangelegd, waartegen hij zich verzette. Nu de verbalisant, die redelijkerwijs ermee rekening kon en moest houden dat het vervoer van de verdachte mogelijk gevaar zou opleveren voor de inzittenden van de politieauto, in redelijkheid heeft kunnen beslissen om de verdachte ten behoeve van het vervoer te boeien, was hij werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. Bij de beoordeling of zich omstandigheden voordoen die tot het oordeel leiden dat de uitoefening van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.