NJ 2020/438
Wet zorg en dwang (Wzd). Machtiging voortzetting verblijf (art. 24 Wzd); vereiste van medische verklaring (art. 26 lid 7 (oud) Wzd); anticipatie op wetswijziging?
HR 27-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1891
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 november 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/02085
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS247808:1
- Vakgebied(en)
Rechtswetenschap / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1891, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Wet zorg en dwang (Wzd). Machtiging voortzetting verblijf (art. 24 Wzd); vereiste van medische verklaring (art. 26 lid 7 (oud) Wzd); anticipatie op wetswijziging?
Samenvatting
Art. 26 lid 7 (oud) Wzd bepaalde dat indien het verzoek een cliënt betreft die al in een accommodatie verblijft, de in het vijfde lid, onderdeel d, bedoelde verklaring niet kan worden verstrekt door de arts die verbonden is aan de desbetreffende zorgaanbieder. Met ‘de desbetreffende zorgaanbieder’ werd gedoeld op de zorgaanbieder van de accommodatie waarin de betrokkene al verblijft. Op grond van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.