RvdW 2020/447
Procesrecht. Reële executie levering registergoed; veroordeling tot levering met bepaling dat vonnis in plaats treedt van rechtshandeling als veroordeelde niet meewerkt; ontvankelijkheid beroep; inschrijving in rechtsmiddelenregister vereist?; toepassingsbereik art. 3:301 lid 2 BW.
HR 27-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:538
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00214
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS196835:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:538, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1211, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2019
- Wetingang
Art. 3:301 BW; art. 433 Rv; art. 25 Kadasterwet
Essentie
Procesrecht. Reële executie levering registergoed; veroordeling tot levering met bepaling dat vonnis in plaats treedt van rechtshandeling als veroordeelde niet meewerkt; ontvankelijkheid beroep; inschrijving in rechtsmiddelenregister vereist?; toepassingsbereik art. 3:301 lid 2 BW.
Samenvatting
Art. 3:301 lid 2 BW heeft een beperkte strekking. Gelet op de zware sanctie van niet-ontvankelijkheid is er geen grond het toepassingsbereik van deze bepaling uit te breiden tot gevallen die niet door de wettekst worden bestreken (vgl. o.a. HR 8 juli 2016, NJ 2016/383; HR 19 november 2004, NJ 2006/216, m.nt. H.J. Snijders) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.