NJB 2017/1245
De Raad is thans van oordeel dat in het kader van de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete – meer in het bijzonder ten aanzien van de vraag of een boete evenredig is – voor de bepaling van de fictieve (minimum) draagkracht bij personen met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel steeds (en dus in zoverre niet in aansluiting op art. 475d lid 4 Rv) 10% van de toepasselijke bijstandsnorm moet worden aangehouden
CRvB 16-05-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1816
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
16 mei 2017
- Magistraten
Mrs. Roelofs, Schut, Borman
- Zaaknummer
15/6755 WWB
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2017:1816, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 16‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
De Raad is thans van oordeel dat in het kader van de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete – meer in het bijzonder ten aanzien van de vraag of een boete evenredig is – voor de bepaling van de fictieve (minimum) draagkracht bij personen met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel steeds (en dus in zoverre niet in aansluiting op art. 475d lid 4 Rv) 10% van de toepasselijke bijstandsnorm moet worden aangehouden
Uitspraak
(…)
Overwegingen
4.1.
Ingevolge artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet (PW), voor zover hier van belang, legt het college een bestuurlijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.