Ktg. 's-Gravenhage, 01-05-2007, nr. 600019/06-153000
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA8424
- Instantie
Kantongerecht 's-Gravenhage
- Datum
01-05-2007
- Zaaknummer
600019/06-153000
- LJN
BA8424
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA8424, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 01‑05‑2007; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
Zorgverzekeringswet; Ziekenfondswet; Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen
- Vindplaatsen
GJ 2007/126
Uitspraak 01‑05‑2007
Inhoudsindicatie
Vereniging van Aegon gepensioneerden en drie gewezen werknemers tegen Aegon. De bijdrageregeling ziektekosten gepensioneerden en vut-gerechtigden van Aegon na de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) op 1 januari 2006. De bijdrageregeling is niet van rechtswege vervallen. Duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. De vraag of een overeenkomst voor onbepaalde tijd opzegbaar is, dient beantwoord te worden aan de hand van de redelijkheid en de billijkheid in verband met alle omstandigheden van het geval (NJ 1995, 437; NJ 2000, 120). Uit de aard van de bijdrageregeling, zoals die vóór 1 januari 2006 ten aanzien van de gepensioneerden/vutters van Aegon werd toegepast, volgt op zich zelf niet dat deze opzegbaar was. Aan Aegon moet worden toegegeven dat sinds de invoering van de Zvw onverkorte en letterlijke handhaving van de oude bijdrageregeling niet mogelijk is, daar die regeling geënt is op de het bestaan van een stelsel, waarin naast een verplichte ziektekostenverzekering een vrijwillige ziektekostenverzekering bestond. Aangenomen dat na ultimo 2005 niet sprake zal zijn van een zwaardere financiële belasting van Aegon, is uit een oogpunt van redelijkheid en billijkheid niet in te zien waarom Aegon niet zou kunnen voortgaan (zonder beperking in de tijd) de nominale bijdragen, die zij tot 1 januari 2006 aan haar inactieven (verplicht en vrijwillig verzekerden) uitkeerde, aan die inactieven te betalen. Ten aanzien van de Vereniging (eiseres sub 1) zal het gevorderde worden afgewezen, daar een veroordeling tot betaling van een bedrag aan haar niet toewijsbaar is. Aegon zal worden veroordeeld tot doorbetaling van de bedragen die eiser sub 2 en eiser sub 3 in 2005 van Aegon ontvingen. Eiser sub 4 kan geen rechten ontlenen aan de oude bijdrageregeling.
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie 's-Gravenhage
vm
rolnr. 600019/06-15300
1 mei 2007
Vonnis in de zaak van:
1. De VERENIGING VAN AEGON GEPENSIONEERDEN,
gevestigd te Den Haag,
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiser sub 4],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. A.W. van Leeuwen,
rolgemachtigde: dw. E. van Mastrigt,
tegen
de naamloze vennootschap AEGON NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. F.B.J. Grapperhaus,
rolgemachtigde: dws. G.Th.van der Velde en mr. E.J.M. van Hal.
Partijen worden ook wel aangeduid als "de Vereniging cs" en "Aegon".
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- de dagvaarding van 20 juli 2006;
- de akte houdende overlegging producties van 1 augustus 2006;
- de conclusie van antwoord in conventie / conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie / conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie / conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie;
- conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie;
- de pleitaantekeningen van partijen.
In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
Regelgeving
1.1 Met ingang van 1 januari 2006 is de Zorgverzekeringswet in werking getreden. Daarmee is het verschil tussen ziekenfondsverzekerden en particuliere verzekerden verdwenen.
Tot 1 januari 2006 betaalde de werkgever voor ziekenfondsverzekerden een bijdrage van 6,75% van het loon (tot een bepaald maximum). Daarnaast hield hij 1,45 % in op het loon. De werkgeversbijdrage gold als belast loon. De particulier verzekerden hadden geen wettelijk recht op een werkgeversbijdrage. Veelal betaalde de werkgever de premie van een collectieve verzekering en verhaalde hij de helft op de werknemer.
1.2 Met de invoering van de Zvw, ingaande 1 januari 2006, is het verschil tussen ziekenfondsverzekerden en particuliere verzekerden weggevallen en betaalt iedere werknemer een nominale premie voor de basisverzekering (+ eventuele modules) aan de zorgverzekeraar en een inkomensafhankelijke bijdrage aan de belastingdienst. De inkomensafhankelijke bijdrage is 6,5 % van het inkomen, voor 2006 gemaximeerd tot € 30.015,00. Deze bijdrage wordt door de werkgever namens de werknemer betaald. De werkgever is echter verplicht aan de werknemer een belaste vergoeding te betalen gelijk aan de bijdrage. De bijdrage van 6,5% is iets lager dan de 6,75% onder de Zfw. De werkgever met relatief veel voorheen particulier verzekerden zijn duurder uit, indien zij voorheen weinig of niets bijdroegen aan de particuliere ziektekostenpremie. Ter compensatie heeft de regering de WW-premie en de vennootschapsbelasting verlaagd. (Kamerstukken II 2005/06,30307 nr 7).
1.3 Ontvangers van een AOW uitkering betalen eveneens 6,5 % over hun AOW, maar de AOW is in verband met deze bijdrage verhoogd. Bij een aanvullend pensioen bedraagt de inkomensafhankelijke bijdrage 4,4% (tot een grens voor 2006 van circa € 30.000,00).
1.4 Met de invoering van de Zvw hangt samen de intrekking van de Ziekenfondswet (Zfw), de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz) 1998) en de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekeringen (Wet MOOZ). De Zvw voorziet in een afwikkeling van de Ziekenfondswet en een soepele overstap van ziekenfonds naar zorgverzekeraar.
1.5 Verder is iedereen, die in Nederland woont of belasting betaalt (uitgezonderd gemoedsbezwaarden en militairen in werkelijke dienst), erplicht een individuele basiszorgverzekering af te sluiten. Het blijft mogelijk een aanvullende verzekering te sluiten voor zorg, die niet in het basispakket zit.
1.6 Met ingang van 1 januari 2006 is de AWBZ bijdrage met 0,9% verlaagd.Er is een zorgtoeslag ingevoerd, die tot een bepaalde inkomensgrens aanspraak op toeslag verleent.
Feiten
2.1 Gewezen werknemers van Aegon, die de dienst hebben verlaten met het recht op een dadelijk ingaand ouderdomspensioen, wegens een volledige arbeidsongeschiktheid of wegens een VUT-regeling, zijn lid van de Vereniging. Het aantal leden bedraagt ongeveer 3000.
2.2 De Vereniging kan statutair ten behoeve van de leden rechten bedingen en ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze bevoegdheid behoort onder meer het maken van afspraken met Aegon over voor Aegon-gepensioneerden geldende aanspraken en voorzieningen.
2.3 Tot 1 januari 2006 had Aegon te maken met twee groepen gepensioneerden:
A) de boven de ziekenfondsgrens uitkomende en bij een particuliere ziektekostenverzekeraar aangesloten verzekerden en
B) de onder de ziekenfondsgrens vallende en bij een ziekenfonds aangesloten verzekerden.
2.4 Ten aanzien van groep A verleende Aegon tot 1 januari 2006 een bijdrage van 55% 1) in de ziektekosten van de premie ziektekostenverzekering voor de verpleegklasse B en voor groep B een bijdrage van 55% van de gemiddelde nominale (reken)premie en 55% van de gemiddelde nominale (reken)premie Ziekenfondswet en 55% van de daarvoor over het Aegon-pensioen verschuldigde premie.
2.5 Bij brief van 7 september 2005 heeft Aegon aan gedaagde sub 4, die op 1 oktober 2005 met vervroegd pensioen ging, meegedeeld :
De regelingen en voorzieningen worden u door Aegon op de pensioendatum toegekend, maar zwaarwichtige redenen kunnen aanleiding zijn een regeling en/of voorziening te wijzigen of te beëindigen. Onder een zwaarwichtige reden wordt in ieder geval begrepen: het wijzigen of beëindigen van een dienovereenkomstige voorziening of regeling geldend voor medewerkers in actieve dienst.
2.6 Aegon heeft met de Centrale Ondernemingsraad op 28 november 2005 een deelakkoord bereikt over de nieuwe collectieve ziektekostenregeling voor de actieven en post-actieven. Aegon heeft twee collectieve ziektekostenverzekeringen met ingang van 1 januari 2006 afgesloten, één voor de actieven en één voor de niet- actieven. Voor de niet-actieven biedt zij 10% korting op de basisverzekering en 20% korting op de aanvullende verzekering.
Aegon geeft aan medewerkers in actieve dienst met ingang van 1 januari 2006 een structurele werkgeversbijdrage van € 300,00 per jaar op de aanvullende verzekering bij deelname aan de collectieve zorgverzekering en daarnaast een gewenningsbijdrage van € 120,00 gedurende drie jaren (daarbij komt nog een bijdrage op grond van de CAO, die buiten beschouwing wordt gelaten).
2.7 Bij brief van 22 december 2005 heeft Aegon haar gepensioneerden en VUT deelnemers (inactieven) onder meer meegedeeld:
Bijdrage AEGON
Als u als gepensioneerde of vutdeelnemer van AEGON gebruik maakt van het Collectieve ziektekostencontract dat met AEGON Ziektekosten is afgesloten ontvangt u momenteel een bruto bijdrage in de ziektekosten.
Bent u ziekenfondsverzekerde dan ontvangt u momenteel ook een bruto bijdrage van AEGON. Dit bedrag wordt als een tegemoetkoming in de kosten van de ziekenfondsverzekering maandelijks verwerkt in het bruto-netto-overzicht van uw uitkering.
Gezien de drastische wijzigingen in het zorgstelsel kan deze huidige vergoedingsstructuur niet meer in zijn huidige vorm blijven bestaan. Die vergoedingstructuur is immers gebaseerd op een ziektekostenstelsel dat vanaf 1 januari 2006 niet meer zal bestaan. (...)
AEGON heeft gezocht naar een redelijk en billijk alternatief en heeft deze gevonden in de volgende oplossing:
Structurele bijdrage
Indien uw pensioen/vut uitkering vóór 31 december 2005 is ingegaan en u op basis van de huidige regeling in december 2005 van AEGON een bijdrage in uw ziektekosten premie of en tegemoetkoming in de ziekenfondsverzekering heeft ontvangen, krijgt u vanaf 1 januari 2006 een structurele bijdrage van AEGON van bruto € 300,00 per jaar. (...)
Tijdelijke AEGON Gewenningsbijdrage
Indien uw pensioen/vut uitkering vóór 31 december 2005 is ingegaan en u op basis van de huidige regeling in december 2005 van AEGON een bijdrage in uw ziektekosten premie of een tegemoetkoming in de ziekenfondsverzekering heeft ontvangen, dan ontvangt u naast de structurele bijdrage tevens de tijdelijke AEGON Gewenningsbijdrage.
Deze houdt het volgende in:
- De bijdrage van december 20005 en de verzekerden op de polis in december 2005 wordt als uitgangspunt genomen.
- Op deze bijdrage wordt de structurele bijdrage van € 300 in mindering gebracht.
Hierdoor ontstaat een afbouwbedrag.
- Dit afbouwbedrag wordt in 4 jaar tijd afgebouwd tot het niveau van de structurele bijdrage.
- U ontvangt in 2006 100% van het afbouwbedrag, in 2007 75%, in 2008 50%, in 2009 25% en in 2010 0%
- Vanaf 2010 ontvangt u dus alleen de structurele bijdrage van bruto € 300,00 per jaar.
- Indien u of één van uw gezinsleden vanaf 1 januari 2006 de polis opzegt, onafhankelijk van de reden van opzegging, zal het afbouwbedrag pro rato bijgesteld worden.
Over de bijdrage is, net zoals nu het geval is, loonheffing verschuldigd.
2.8 Volgens het uitvoeringsreglement AEGON Collectieve Zorgverzekering voor AEGON Gepensioneerden, ingaande 1 januari 2006, ontvangen gepensioneerden een jaarlijkse bijdrage van (in 2006) € 300,00, die jaarlijks geïndexeerd wordt.
2.9 De Vereniging, waartoe [eiser sub 2] cs behoren, is het eind 2005 met Aegon niet eens geworden over de wijziging van de ziektekostenvergoeding, die Aegon voornemens was door te voeren.
Vordering
3. 1 De Vereniging cs vordert na aanvulling van de eis, zakelijk weergegeven :
primair:
- Aegon jegens de Vereniging te veroordelen de ziektekostenregeling, als nader omschreven in paragraaf 8 van de dagvaarding (verder: de bijdrageregeling), jegens alle vut-gerechtigde en pensioengerechtigde leden van de Vereniging, die het finale bod van 7 juni 2006 van Aegon niet hebben aanvaard, na te komen op straffe van een dwangsom;
- Aegon te veroordelen jegens [eiser sub 2], [eiser sub 3] en [eiser sub 4] de bijdrageregeling na te komen;
subsidiair:
- te verklaren voor recht: dat Aegon na 1 januari 2006 onverminderd gebonden is aan de bijdrageregeling en dat Aegon vanaf die datum tenminste de volgens die regeling berekende bijdrage van, afhankelijk van de toepasselijke regeling, 65% althans 55% van zowel de nominale premie als van de inkomensafhankelijke bijdrage aan gepensioneerden en in 2005 niet-ziekenfondsverzekerde vut-gerechtigden dient te voldoen.
meer subsidiair:
- Aegon te veroordelen een in goede justititie te bepalen bijdrage op grond van de bijdrageregeling te betalen.
3.2 De Vereniging cs voeren, kort samengevat het volgende aan.
a. Door de invoering van de Zorgverzekeringswet is de bijdrageregeling van Aegon niet vervallen. Deze staat los van de herziening van het systeem van ziektekosten- verzekering. In het verleden is Aegon van ziektekostenverzekeraar veranderd zonder dat deze omstandigheid invloed had op de bijdrageregeling. Aegon heeft zelf in haar brieven aan de Vereniging van 1 augustus 2005, 5 en 22 december 2005 tot uitdrukking gebracht dat de bijdrageregeling een van de ziektekosten-en ziekenfondsverzekering onafhankelijke regeling is.
b. Een redelijk uitleg van de bijdrageregeling brengt mee dat na 1 januari 2006 55 % of 65% van de financiële bijdrage die de gepensioneerde/post actieve op grond van de Zvw dient te betalen door Aegon wordt vergoed. Dat de begrippen na 1 januari 2009 anders luiden is irrelevant. Voor de werkgever verandert er in essentie niets. Het percentage van 65% is - gelet op indertijd geldende regeling - toepasselijk op de categorie van Aegon gepensioneerden, die vóór 1996, althans april 1997, met pensioen zijn gegaan.
c. Er is sprake van een duurovereenkomst. De aard van de bijdrageregeling en de betrokken belangen van partijen bepalen de bevoegdheid tot opzegging. De introductie van de Zvw vormt geen grond de bijdrageregeling op te zeggen of te wijzigen. Er is geen zwaarwegende grond om tot opzegging, respectievelijk tot wijziging, van de regeling te komen.
d. Aegon onderbouwt niet dat het voorzetten van de bijdrageregeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De post-actieven hebben een recht op een bijdrage in de ziektekosten verkregen, zoals die gold op het moment dat de betrokkene met vut of met pensioen ging. Aegon wil bewerkstelligen dat de stijging van de ziektekosten wordt afgewenteld op de post-actieven. Zij wil aldus een besparing realiseren. Stijging van de premie is verdisconteerd in de regeling. De invoering van de Zorgverzekeringswet leidt niet een zodanige stijging dat onverkorte handhaving van de regeling mede gezien de aard van de regeling en de betrokken belangen onaanvaardbaar is. De met ingang van 1 januari 2006 ingevoerde fiscale maatregelen, die lastenverlichting beogen, leiden er niet toe dat Aegon niet meer gebonden is aan de bijdrageregeling. Aegon verdient in feite aan de afbouw van de bijdrageregeling.
Verweer
4. Aegon voert kort gezegd het volgende aan.
primair:
a. De bijdrageregeling is vervallen met de invoering van de Zvw.
subsidiair:
b. Het gaat om een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. De bijdrageregeling heeft het karakter van eenzijdige tegemoetkoming, die niet tijdens dienstverband werd toegezegd. Zij is geen arbeidsvoorwaarde met een opgebouwd of uitgesteld karakter. Bij afweging van de wederzijdse belangen heeft Aegon een zwaarwegende grond voor opzegging. Er is een goede reden om op te zeggen, er is sprake van een redelijke opzegtermijn en een redelijke overgangsmaatregel. De wetgever heeft voorts bepaald dat de kosten van het nieuwe stelsel niet op de werkgever mogen worden afgewenteld. Aegon kan niet verplicht worden "per secula seculorum"een oude tegemoetkoming toe te passen, louter omdat zij zelf onder een nieuw wettelijk systeem minder kosten heeft. Kostenbesparing is in elk geval niet aan de orde gedurende de periode van de overgangsregeling.
c. Ten aanzien van gepensioneerden na 1 februari 2005 geldt het in de pensioenbrief overeengekomen opzeggingsbeding, zie 2.5.
meer subsidiair:
d. Onverkorte handhaving van de regeling is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Aegon wijst op een aantal voordelen van de nieuwe regeling (lagere premie, premie-incassering door Aegon, no-claim korting, structurele tegemoetkoming van € 420,00 per jaar). Daarnaast zijn voor Aegon bij handhaving van de oude bijdrage significante nadelen:
extra financiële en administratieve lasten (overzicht op maat nodig per gepensioneerde), kwestie welke premie vergoed moet worden (verzekeringspremie en inkomensafhankelijke bijdrage), strijd met het gelijkheidsbeginsel; mogelijk verzet gepensioneerden op grond van artikel 3:305a lid 5 BW tegen de uitspraak, als zij er op achteruit gaan.
Aegon vordert in reconventie voorwaardelijk, namelijk voor het geval de primaire of subsidiaire vordering van de Vereniging cs in conventie wordt toegewezen:
primair:
wijziging van de toezeggingen met betrekking tot de tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering, waarbij de bijdrage bestaat uit een maandelijkse bijdrage van € 300,00 bruto, gecombineerd met een afbouwregeling van 2006 tot 2009, althans een afbouwregeling naar redelijkheid.
subsidiair:
voor recht te verklaren dat de procentuele tegemoetkoming van 55%, neergelegd in de bijdrageregeling van vóor 1 januari 2006, alleen betrekking heeft op de nominale premie die aan de zorgverzekeraar verschuldigd is.
Beoordeling
in conventie:
Positie eiser sub 4
5. Gelet op de inhoud van de aan eiser sub 4 in september 2006 verstrekte pensioenbrief, zie onder 2.5 kan Aegon zich op de met het met de COR bereikte deelakkoord beroepen en zich op het standpunt stellen dat eiser sub 4 geen rechten kan ontlenen aan de 'oude bijdrageregeling', maar genoegen moet nemen met de structurele bijdrage, die met ingang van 1 januari 2006 voor actieven geldt. De vordering moet wat hem betreft worden afgewezen. , zij het dat wel aanleiding bestaat de kosten te compenseren.
6. Wat voor de overige eisers geldt wordt hierna onderzocht.
Van rechtswege verval van de bijdrageregeling?
7. Primair heeft Aegon aangevoerd dat als gevolg van de invoering van de Zvw en het daarop gebaseerde zorgstelsel de rechtsgrond en de ratio aan de voortzetting van de bijdrageregeling is komen te vervallen.
8. Deze stelling faalt.
9. In verband met de invoering van de Zvw heeft de regering de sociale partners gevraagd te voorkomen dat werkgevers met ingang van 2006 zowel een tegemoetkoming aan werknemers moeten betalen op grond van lopende CAO-afspraken als - op grond van de Zvw - een vergoeding voor de door de werknemers te betalen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Voor het geval de sociale partners daarin niet slagen, heeft de regering artikel 2.5.8. Zvw opgenomen, waarin voorzien is dat de werkgever een vergoeding op grond van bestaande CAO-verplichtingen in mindering mag brengen op de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zvw. Hieruit volgt dat de wetgever uitdrukkelijk niet beoogd heeft tegemoetkomingen van werkgevers in de premie ex lege te doen eindigen door invoering van de Zvw.
Duurovereenkomst?
10. Hoe moet de bijdrageregeling worden gekwalificeerd? Aegon heeft ter gelegenheid van de pleidooien gesteld dat zij op grond van voortschrijdend inzicht van mening is dat de regeling aangemerkt kan worden als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Overwogen wordt dat dit standpunt ook wordt verdedigd door de Vereniging cs. De kantonrechter zal van dit standpunt uitgaan.
Opzegging of wijziging van deze overeenkomst?
11. Partijen verschillen vervolgens van mening over de vraag of de invoering van de Zvw meebrengt dat de bijdrageregeling wordt opgezegd of gewijzigd.
12. Voorop gesteld wordt dat de vraag of een overeenkomst voor onbepaalde tijd opzegbaar is beantwoord dient te worden aan de hand van de redelijkheid en de billijkheid in verband met alle omstandigheden van het geval (NJ 1995, 437; NJ 2000, 120).
13. Uit de aard van de bijdrageregeling, zoals die vóór 1 januari 2006 ten aanzien van de gepensioneerden/vutters van Aegon werd toegepast, volgt op zich zelf niet dat deze opzegbaar was. In feite betekende de regeling een aanvulling op de oude - dag-voorziening van ex werknemers van Aegon. Een werknemer van Aegon had aanspraak op deze regeling, indien hij aansluitend aan zijn dienstverband bij Aegon met pensioen ging en zich aansloot of aangesloten bleef de Aegon ziektekostenverzekering. Deze (voorwaardelijke) aanspraak kan als een secundaire arbeidsvoorwaarde worden aangemerkt.
14. Voorts wordt als volgt overwogen.
15. De invoering van de Zvw heeft een einde gemaakt aan het stelsel van enerzijds verplichte en anderzijds vrijwillige verzekeringen van ziektekosten. De wijze waarop door verzekerden wordt bijgedragen aan de ziektekostenverzekering is veranderd. De bijdrage is gesplitst in een inkomensafhankelijk deel, dat wordt afgedragen aan de overheid, en een basispremie, die de verzekerde betaalt aan de ziektekostenverzekeraar van zijn keuze. Daarnaast betaalt iedere verzekerde, zoals voorheen, een AWBZ bijdrage, die verlaagd is met 0,9%. Dat de wijze waarop wordt bijgedragen aan de ziektekostenverzekering is veranderd, doet niet af aan het gegeven dat er, net als voorheen, door alle verzekerden moet worden bijgedragen aan de ziektekosten.
16. Voor de werkgevers geldt met ingang van 1 januari 2006 dat de werkgeversbijdrage, die de werkgever ten aanzien van zijn actieve werknemers voor zijn rekening dient te nemen 6,5% bedraagt (van het norminkomen tot een maximum van € 30.015,00), hetgeen iets lager is dan de oude ziekenfondspremie van 6,75%.
Werknemers met relatief veel voorheen particulier verzekerde werknemers, die niet of weinig bijdroegen aan de particulier premie, zullen in de regel duurder uit zijn. Daar staan echter een verlaging van de WW-premie en van de vennootschapsbelasting tegenover (Kamerstukken II 2005/2006. 30307, nr 7)
17. Inactieven hebben geen werkgever, die aan hen bruto de afdracht van het inkomensafhankelijke deel vergoedt. Zij zijn in zoverre slechter af dan de actieven, die deze vergoeding wel krijgen. Dat geldt ook voor eisers sub 2 en 3, als de overgangsregeling buiten beschouwing wordt gelaten. Deze overgangsregeling biedt slechts soulaas gedurende een periode van 4 jaar. Daarbij moet worden aangetekend dat eiser sub 3 aanspraak kan maken op
zorgtoeslag.
18. Aegon kan naar eigen zeggen niet overzien of afschaffing van de bijdrageregeling voor haar inactieven met inachtneming van een overgangsregeling tot 2011uiteindelijk zal leiden tot een lastenvermindering voor haar onderneming. Leidt handhaving van het uitgangspunt dat Aegon 55% van de ziektekosten van haar inactieven betaalt tot lastenverzwaring van Aegon? Aegon stelt dit, maar illustreert dit niet met cijfers.
19. Aegon voert verder de volgende argumenten aan:
a. de kosten per verzekerde zijn niet langer uniform vast te stellen;
b. Aegon draait onevenredig veel voor de kosten op, terwijl de gepensioneerde kan profiteren van de vele compensatoire maatregelen (verlaging ziektekostenbijdrage van 6,2% (Ziekenfonds) naar 4,4%, hogere AOW-uitkering, verlaging AWBZ premie, toekenning van zorgtoeslag (tot een bepaalde inkomensgrens), het vervallen van de MOOZ-bijdrage en WTZ bijdrage; verhoging fiscale heffingskortingen (alleenstaande ouderenkorting, algemene heffingskorting).
c. gepensioneerde overheidswerknemers moeten na een overgangsregeling van 5 jaar zelf de ziektekostenpremies dragen.
20. Aan Aegon moet worden toegegeven dat sinds de invoering van de Zvw onverkorte en letterlijke handhaving van de oude bijdrageregeling niet mogelijk is, daar die regeling geënt is op de het bestaan van een stelsel, waarin naast een verplichte ziektekostenverzekering een vrijwillige ziektekostenverzekering bestond. Het primair en subsidiair gevorderde is daarom niet toewijsbaar. Dat geldt echter niet voor het meer subsidiair gevorderde.
21. Geoordeeld wordt dat niet aannemelijk is geworden dat Aegon bij handhaving van de nominale bedragen van de oude bijdrageregeling zwaarder zal worden belast dan vóór de invoering van de Zvw het geval was. Met het verstrijken der jaren zullen deze nominale en (op 31 december 2005 gefixeerde) bedragen bovendien minder zwaar op Aegon gaan drukken. Niet uitgesloten is dat sommige Aegon gepensioneerden met handhaving van de oude bijdrageregeling, mede in aanmerking genomen de 'flankerende' overheidsmaatregelen (verhoging AOW, verlaging AWBZ, zorgtoeslag e.d) in sommige gevallen per saldo beter af zullen zijn dan voor de invoering van de Zvw, Tot deze uitkomst komt Aegon bijvoorbeeld in het geval van [eiser sub 3], die aanspraak kan maken op zorgtoeslag.
Gesteld noch gebleken is echter dat een dergelijk voordeel zich bij de meerderheid van de Aegon gepensioneerden voordoet. Zelfs al zou dit wel het geval zijn, dan nog geldt dat, aangenomen dat na ultimo 2005 niet sprake zal zijn van een zwaardere financiële belasting van Aegon, uit een oogpunt van redelijkheid en billijkheid niet is in te zien waarom Aegon niet zou kunnen voortgaan (zonder beperking in de tijd) de nominale bijdragen, die zij tot 1 januari 2006 aan haar inactieven (verplicht en vrijwillig verzekerden) uitkeerde, aan die inactieven te betalen.
Bij deze aanpak behoeven de administratieve lasten van Aegon ook niet te stijgen.
22. Ten aanzien van eiseres sub 1 zal het gevorderde worden afgewezen, daar een veroordeling tot betaling van een bedrag aan haar niet toewijsbaar is. Ook hier zullen de kosten, gelet op de bijzondere aspecten van de zaak, worden gecompenseerd.
Het in conventie meer subsidiair gevorderde zal ten aanzien van eiser sub 2 en 3 als volgt worden toegewezen. Eiser sub 2, [eiser sub 2] ontving in 2005 van Aegon een bijdrage van € 2.156,00 bruto van Aegon, terwijl eiser sub 3, [eiser sub 3], in 2005 een bijdrage van € 389,00 ontving (dagvaarding, nrs 4 en 5). Aegon zal worden veroordeeld tot doorbetaling van deze bedragen, met veroordeling van Aegon in de kosten van [eiser sub 2] en [eiser sub 3]..
Verder in reconventie:
23. Overgenomen wordt hetgeen in conventie is overwogen. Aegon vordert voorwaardelijk, namelijk voor het geval de vordering in conventie wordt toegewezen, in reconventie primair een wijziging van de bijdrageregeling vast te stellen en subsidiair voor recht te verklaren dat de procentuele tegemoetkoming van 55%, neergelegd in de bijdrageregeling, enkel betrekking heeft op de nominale premie en geen betrekking heeft op de inkomensafhankelijke premie.
24. Door toewijzing van een deel van het gevorderde aan [eiser sub 2] en [eiser sub 3] is de voorwaarde ten aanzien van hen vervuld.
Zoals hierboven is overwogen volgt uit de redelijkheid en billijkheid dat de nominale bedragen, die laatstelijk voór 1 januari 2006 door Aegon aan haar inactieven werden betaald, ook nadien dienen te worden uitgekeerd. Met dit oordeel valt hetgeen in reconventie wordt gevorderd niet te verenigen. Het gevorderde wordt afgewezen met veroordeling van Aegon in de kosten van [eiser sub 2] en [eiser sub 3].
Beslissing
De kantonrechter:
in conventie
Wijst het door de Vereniging en door [eiser sub 4] gevorderde af.
Compenseert de kosten in die zin dat de Vereniging, [eiser sub 4] en Aegon de eigen kosten moeten betalen.
Veroordeelt Aegon vanaf 1 januari 2006 jaarlijks als bijdrage in de ziektekostenverzekering te betalen, aan [eiser sub 2] een bedrag van € 2.156,00 bruto en aan [eiser sub 3] en bedrag van € 389,00 bruto.
Veroordeelt Aegon in de kosten van [eiser sub 2] en [eiser sub 3], tot op deze uitspraak vastgesteld op € 752,32, waarvan 400,-- aan gemachtigde salaris, welke binnen 14 dagen na deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie:
Wijst het gevorderde af.
Veroordeelt Aegon in de kosten van [eiser sub 2] en [eiser sub 3], welke tot deze uitspraak vastgesteld op € 400,-- aan gemachtigde-salaris, welke binnen 14 dagen na deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. Von Maltzahn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 mei 2007 in het bijzijn van de griffier.
1) Volgens de Vereniging cs zou voor een deel van haar leden, die particulier verzekerd waren, een percentage van 65% gelden.