NJ 2006, 90
Specialiteitsbeginsel Europees uitleveringsverdrag.
Hof 's-Gravenhage 29-09-2005, ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3659
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
29 september 2005
- Magistraten
Mrs. N. Zandbergen, N. Schaar, D.J.C. van den Broek
- Zaaknummer
2200102504
- LJN
AU3659
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3659, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 29‑09‑2005
- Wetingang
EUV art. 14
Essentie
Verzoekende Staat mag niet optreden tegen de opgeëiste persoon met betrekking tot enig ander delict dan dat waarvoor de uitlevering is verzocht en verkregen. Ic. OM t.a.v. die delicten niet ontvankelijk.
Uitspraak
Hof:
Procesgang
In eerste aanleg is het openbaar ministerie terzake van het onder 3 subsidiair tweede alternatief/cumulatief en terzake van het onder 4 tenlastegelegde niet ontvankelijk verklaard in zijn vervolging.
De verdachte is van het onder 3 primair tenlastegelegde vrijgesproken. Terzake van het onder 1 en 2, telkens impliciet subsidiair, en onder 3 subsidiair eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.