NJ 2020/40
Overheidsaansprakelijkheid. Europees recht. Energierecht. Aansprakelijkheid Staat jegens met opstellen van energiecertificaten belaste deskundigen wegens niet-tijdige of onjuiste omzetting van Richtlijnen 2002/91/EG en 2010/31/EU betreffende energieprestatie van gebouwen?; Unierechtelijke en Nederlandse relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW).
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1973, m.nt. Jac. Hijma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/03295
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
Jac. Hijma
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS182076:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bouwrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1973, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑09‑2017
- Wetingang
Art. 6:163 BW; art. 4 lid 3 VEU; art. 288 derde volzin VWEU; art. 10 Richtlijn 2002/91/EG; art. 17 Richtlijn 2010/31/EU
Essentie
Overheidsaansprakelijkheid. Europees recht. Energierecht. Aansprakelijkheid Staat jegens met opstellen van energiecertificaten belaste deskundigen wegens niet-tijdige of onjuiste omzetting van Richtlijnen 2002/91/EG en 2010/31/EU betreffende energieprestatie van gebouwen?; Unierechtelijke en Nederlandse relativiteitsvereiste (art. 6:163 BW).
Samenvatting
In het geval dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld wegens niet-tijdige of onjuiste omzetting van een EU-richtlijn in het nationale recht stelt zowel het Unierecht als het Nederlandse recht de eis dat komt vast te staan dat de niet-tijdig of onjuist omgezette EU-richtlijn mede strekt tot bescherming van de individuele vermogensbelangen van de gedupeerden, althans dat laatstgenoemde belangen zodanig nauw samenhangen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.