Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/4.4.4.4
4.4.4.4 De invloed van het Sevic-arrest in het Duitse recht
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS432100:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Voetnoten
Voetnoten
Kallmeyer en Kappes 2006, p. 234.
Niet duidelijk is wat Kallmeyer en Kappes bedoelen met ‘Sitz’. Hieronder kan zowel de werkelijke zetel, het hoofdbestuur, begrepen worden, als de statutaire zetel. Wat zij ook met het woord ‘Sitz’ bedoelen, waarschijnlijk zullen zij op het oog hebben gehad de situatie waarbij ‘Rechtsträger’, die betrokken zijn bij een grensoverschrijdende splitsing, door het recht van verschillende staten worden beheerst.
Beutel 2008, p. 92, 93.
Prüm 2006, p. 128.
HvJ EG 27 september 1988, zaak 81/87, Daily Mail, Jurisprudentie 1988, p. 5483.
HvJ EG 5 november 2002, Überseering, zaak C-208/00, Jurisprudentie p. 1-9919.
HvJ EG 30 september 2003, zaak C-167/01, Inspire Art, Jurisprudentie 2003, p. 1-10155.
Prüm 2006, p. 157.
Prüm 2006, p. 158, 159.
Prüm 2006, p. 186.
Prüm 2006, p. 187.
Prüm 2006, p. 188.
Zweites Gesetz zur Änderung des Umwandlungsgesetzes (2. UmwGÄndG), k.a.Abk.; G. v. 19.04.2007 BGBl. I S. 542 (Nr. 15); Geltung ab 25.04.2007.
Teichmann 2011, p. 645.
Teichmann 2011, p. 687.
Ook in Duitsland heeft het Sevic-arrest de nodige pennen in beweging gebracht. In één van de publicaties naar aanleiding van het Sevic-arrest, schrijven Kallmeyer en Kappes het volgende:1
‘An einer Auf- oder Abspaltung im Sinne der 6. gesellschaftsrechtlichen Richtlinie und § 123 des deutschen UmwG können sich neben Gesellschaften mit Sitz in Deutschland auch Rechtsträger mit Sitz2 in anderen Mitgliedstaaten der EU und des EWR beteiligen, soweit das innerstaatliche Recht, dem diese Gesellschaften unterliegen, eine solche Spaltung für reine Inlandsfalle gestattet (...). Das ergibt sich mit aller Deutlichkeit aus der SEVIC-Entscheidung des EuGH. Denn auch die Spaltung ist ein wirksames Mittel zur Umwandlung von Gesellschaften (…).’
Kallmeyer en Kappes zien in het Sevic-arrest een duidelijke basis voor een positieve beantwoording van de vraag of grensoverschrijdende splitsing toelaatbaar is.
Beutel is in zijn dissertatie over grensoverschrijdende fusie eveneens positief over de toelaatbaarheid van grensoverschrijdende splitsing. Hij is van mening dat uit de gemeenschappelijke kenmerken van splitsing en fusie volgt dat ook de grensoverschrijdende splitsing onder de reikwijdte van de vrijheid van vestiging valt. Hij schrijft het volgende:3
‘Aus der systematischen Parallelität von Spaltung und Verschmelzung ergibt sich, dass auch die grenzüberschreitende Spaltung vom Schutzbereich der Niederlassungsfreiheit erfasst ist und in diskriminierungsfreier Weise zur Verfügung gestellt werden muss. Gründe, die grenzüberschreitende Spaltung anders als die grenzüberschreitende Verschmelzung zu behandeln, sind nicht ersichtlich. Nach der Diktion des EuGH in Sevic dienen auch Spaltungen den Zusammenarbeits- und Umgestaltungsbedürfnissen von Gesellschaften mit Sitz in verschiedenen Mitgliedstaaten. Der Gerichtshof verweist insofern ausdrücklich auf “andere Gesellschaftsumwandlungen”, die der Verschmelzung vergleichbar sind.’
Prüm schrijft in zijn dissertatie met als titel ‘Die grenzüberschreitende Spaltung’ het volgende over het Sevic-arrest:4
‘In den Urteilsgründen deutet dass Gericht zudem an, dass auch andere Umwandlungsarten in den Anwendungsbereich der Niederlassungsfreiheit fallen könnten.’
Prüm constateert dat de territoriale beperking van § 1 Umwandlungsgesetz al langer in Duitsland, al voordat het Sevic-arrest werd gewezen, ter discussie stond wegens mogelijke strijd met de vrijheid van vestiging. Deze discussie werd aangewakkerd door de uitspraken van het Hof van Justitie van de EG in de zaken Daily Mail,5 Überseering6 en Inspire Art.7 Prüm bekijkt de territoriale beperking in Europese context, waarbij hij in ogenschouw neemt dat Spaltung een vorm van herstructurering is die voortvloeit uit de Zesde richtlijn.8 Hij bekijkt of de beperking in § 1 Umwandlungsgesetz – en met name de woorden ‘mit Sitz im Inland’ – een toegelaten beperking op de vrijheid van vestiging vormt. Hij overweegt hierbij dat het gemeenschapsrecht boven het nationale recht gaat en alle met het gemeenschapsrecht strijdige bepalingen van nationaal recht opzij zet, ook de bepalingen die conflictregels inhouden.9 De vrijheid van vestiging is immers een verbodsbepaling, door Prüm aangeduid als ‘Beschränkungsverbot’.
Prüm is van mening dat de territoriale beperking van § 1 Umwandlungsgesetz, gesteld dat de woorden ‘mit Sitz im Inland’ daadwerkelijk een verbod op – onder andere – grensoverschrijdende splitsing inhouden, niet meer van toepassing is na het Sevic-arrest.10 De Duitse wetgever kan volgens hem in geen geval op algemene gronden een door de Zesde richtlijn bestreken mogelijkheid tot splitsing in een grensoverschrijdend geval ontoelaatbaar achten.11
Prüm komt dan ook tot de conclusie dat de woorden ‘mit Sitz im Inland’ alleen de reikwijdte van het Umwandlungsgesetz aangeven en niet een verbod inhouden op grensoverschrijdende toepassing van de in het Umwandlungsgesetz geregelde vormen van herstructurering.12 Deze visie wordt naar mijn mening nog eens ondersteund door het feit dat met de implementatie van de Tiende richtlijn in Duitsland de woorden ‘mit Sitz im Inland’ in § 1 Umwandlungsgesetz onaangeroerd zijn gebleven.13 Prüm doet een aanbeveling tot aanpassing van § 1 Umwandlungsgesetz. Volgens hem zou idealiter de tekst van artikel 48 EG (thans artikel 54 VwEU) overgenomen worden in § 1 Umwandlungsgesetz, zodat onder ‘Gesellschaften mit Sitz im Inland’ mede wordt begrepen: iedere vennootschap die wordt beheerst door het recht van een EU-lidstaat.
Ook Teichmann concludeert dat grensoverschrijdende herstructureringen door het Hof van Justitie van de EG onder de reikwijdte van de vrijheid van vestiging zijn gebracht.14 Voor het Duitse recht heeft dat volgens hem als consequentie dat de vormen van reorganisatie die zijn opgenomen in het Umwandlungsgesetz, waaronder splitsing, ook in grensoverschrijdende context toegelaten moeten worden.15