Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Qatar tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2009
- Redactionele toelichting
Het slotformulier is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2010, 11).
- Bronpublicatie:
24-04-2008, Trb. 2008, 112 (uitgifte: 27-05-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2010, Trb. 2010, 11 (uitgifte: 13-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, heden gesloten tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Qatar, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad artikelen 8 en 13
1
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 13 wordt de plaats van de werkelijke leiding van de huidige Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM N.V.) geacht in Nederland te zijn gelegen, zolang Nederland de uitsluitende heffingsbevoegdheid heeft ter zake van KLM N.V. uit hoofde van de op 16 maart 1973 te Parijs ondertekende Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol, zoals gewijzigd bij het Protocol van 7 april 2004.
2
Het bepaalde in het eerste lid is eveneens van toepassing indien de luchtvervoeractiviteiten van de huidige KLM N.V. geheel of grotendeels zouden worden voortgezet door een andere persoon die wordt beschouwd inwoner van Nederland te zijn.
II. Ad artikel 4
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Verdragsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Verdragsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft, mits de natuurlijke persoon in die Verdragsluitende Staat aan belasting is onderworpen.
III. Ad artikel 4, vierde lid
Indien:
- a.
de plaats van de werkelijke leiding van een persoon gelegen is in een Verdragsluitende Staat en te eniger tijd in de voorgaande drie jaar gelegen was in de andere Staat; en
- b.
op enig moment gedurende een tijdvak van twaalf maanden voordat de plaats van de werkelijke leiding gelegen was in de eerstbedoelde Staat, de vermogensbestanddelen van deze persoon hoofdzakelijk bestonden uit liquide middelen,
is het vierde lid niet van toepassing, tenzij in onderlinge overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten bepaald wordt dat het voornaamste doel of een van de voornaamste doelen van de overbrenging van de plaats van de werkelijke leiding werd ingegeven door zakelijke overwegingen te goeder trouw.
IV. Ad artikelen 5, 6 ,7, 13 en 23
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als vaste activa die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en de ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten rechten op belangen bij of voordelen uit vermogensbestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie.
V. Ad artikelen 7, 14 en 23
Vergoedingen voor technische diensten, waaronder begrepen studies of onderzoeken van wetenschappelijke, geologische of technische aard, of voor diensten van adviserende of toezichthoudende aard, worden aangemerkt als vergoedingen waarop de bepalingen van de artikelen 7, 14 of 23 van toepassing zijn.
VI. Ad artikel 10
1
Niettegenstaande artikel 10, tweede lid, heft de Verdragsluitende Staat waarvan het lichaam inwoner is geen belasting over door dat lichaam betaalde dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een pensioenfonds of een collectief beleggingsfonds is als bedoeld in artikel 4, tweede lid.
2
Indien Nederland na de datum van ondertekening van dit Verdrag in een verdrag tot het vermijden van dubbele belasting gesloten tussen Nederland en een derde Staat zou instemmen met een lager tarief voor dividenden dan voorzien in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, is het lagere tarief automatisch van toepassing op inwoners van Qatar vanaf het tijdstip waarop het lagere tarief in werking treedt voor inwoners van die derde Staat.
VII. Ad artikelen 10 en 13
Het is wel te verstaan dat inkomsten uit aandelen die worden ontvangen in verband met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of een inkoop van eigen aandelen door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen en niet als vermogenswinsten. De voorgaande volzin is niet van toepassing op de (gedeeltelijke) vervreemding of opheffing van een vaste inrichting of vast middelpunt in de andere Verdragsluitende Staat.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Den Haag op 24-04-2008, in de Nederlandse, de Arabische en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschillen is de Engelse tekst doorslaggevend.