Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 176 Universele dienst
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Elke Partij heeft het recht vast te stellen welke universeledienstverplichtingen zij wenst te handhaven en te beslissen over het toepassingsgebied en de uitvoering ervan.
2.
Elke Partij beheert de universeledienstverplichtingen op evenredige, transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze, die neutraal is ten aanzien van de mededinging en niet belastender is dan nodig is voor het soort universele dienst dat door de Partij is gedefinieerd.
3.
Elke Partij ziet erop toe dat de procedures voor de aanwijzing van leveranciers van de universele dienst openstaan voor alle aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten. De aanwijzing geschiedt door middel van een efficiënt, transparant en niet-discriminerend mechanisme.
4.
Indien een Partij besluit de leveranciers van de universele dienst te compenseren, ziet zij erop toe dat die compensatie niet hoger is dan de nettokosten die door de universeledienstverplichting worden veroorzaakt.