AB 2018/264
Duurzaam verblijfsrecht EU-burger. Voldoende middelen van bestaan.
ABRvS 15-11-2017, ECLI:NL:RVS:2017:3170, m.nt. M.A.K. Klaassen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
15 november 2017
- Magistraten
Mrs. N. Verheij, G.M.H. Hoogvliet, C.M. Wissels
- Zaaknummer
201603862/1/V3
- Noot
M.A.K. Klaassen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929291:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:3170, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 15‑11‑2017
- Wetingang
Essentie
Het is voor de vaststelling van een duurzaam verblijfsrecht noodzakelijk dat een EU-burger aantoont over een periode van vijf jaar voldoende bestaansmiddelen te hebben gehad.
Samenvatting
Uit de punten 40, 44 en 45 van het arrest Ziolkowski en Szeja volgt dat iedere Unieburger die duurzaam verblijf in een lidstaat beoogt te verkrijgen, zelf moet aantonen dat hij of zij voldoet aan de vereisten, genoemd in art. 8.12 lid 1 VB 2000. Die vereisten beogen, mede gelet op de tekst van art. 7 lid 1 Verblijfsrichtlijn, met name te voorkomen dat die Unieburger een onredelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.