Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen
Artikel 32 Rechtsmiddelen tegen de beslissing op het verzoek
Geldend
Geldend vanaf 30-01-2009
- Bronpublicatie:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Inwerkingtreding
30-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, PbEU 2009, L 7 (uitgifte: 10-01-2009, regelingnummer: 4/2009)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Elke partij kan een rechtsmiddel instellen tegen de beslissing op het verzoek om uitvoerbaarverklaring.
2.
Het rechtsmiddel wordt ingesteld bij het gerecht waarvan de naam door de betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 71 aan de Commissie is meegedeeld.
3.
Het rechtsmiddel wordt volgens de regels van de procedure op tegenspraak behandeld.
4.
Indien de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, niet verschijnt voor het gerecht dat over het door de verzoeker ingestelde rechtsmiddel oordeelt, is artikel 11 van toepassing, ook wanneer de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, geen gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een der lidstaten.
5.
Het rechtsmiddel tegen de uitvoerbaarverklaring wordt ingesteld binnen 30 dagen na de betekening of kennisgeving hiervan. Indien de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd haar gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat dan die waar de uitvoerbaarverklaring is gegeven, is de termijn waarbinnen het rechtsmiddel moet worden ingesteld, 45 dagen met ingang van de dag waarop de beslissing aan de partij in persoon of op haar verblijfplaats is betekend of daarvan kennis is gegeven. De termijn mag niet op grond van afstand worden verlengd.