NJ 2009, 383
Commissie van de EG tegen Italië.
HvJ EG 19-05-2009, ECLI:EU:C:2009:315
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
19 mei 2009
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, K. Lenaerts, J.-C. Bonichot, T. von Danwitz, J. Makarczyk, P. Kūris, E. Juhász, G. Arestis, J. Malenovský, L. Bay Larsen, P. Lindh
- Zaaknummer
C-531/06
- Conclusie
A-G Y. Bot
- LJN
BI5070
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:315, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 19‑05‑2009
- Wetingang
EG-verdrag, artikelen 53 en 56
Essentie
Beroep wegens niet nakoming, ingesteld op 22 december 2006.
Vrijheid van vestiging. Vrij verkeer van kapitaal. Bepalingen die recht om apotheek te exploiteren voorbehouden aan apothekers. Rechtvaardiging. Veilige en kwalitatief hoogstaande geneesmiddelenvoorziening van bevolking. Professionele onafhankelijkheid van apothekers. Distributieondernemingen voor farmaceutische producten.
Samenvatting
Anders dan de Commissie stelt, kunnen de risico’s voor de onafhankelijkheid van het beroep van apotheker ook niet even doeltreffend worden weggenomen door een verplichting tot het afsluiten van een verzekering, zoals de aansprakelijkheidsverzekering voor handelingen van derden. Een dergelijke maatregel biedt de patiënt immers weliswaar de mogelijkheid een financiële vergoeding te krijgen voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.