Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 9.28
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2024
- Bronpublicatie:
29-08-2024, Stcrt. 2024, 29868 (uitgifte: 13-09-2024, regelingnummer: ACM/UIT/628878)
- Inwerkingtreding
14-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2024, Stcrt. 2024, 29868 (uitgifte: 13-09-2024, regelingnummer: ACM/UIT/628878)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Uitsluitend met toestemming van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vindt wederinschakeling plaats van:
- a.
door middel van frequentierelais afgeschakelde belasting, of
- b.
handmatig afgeschakelde belasting, voor zover de afschakeling valt onder de coördinatie van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
2.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verwerft black-startmogelijkheden in een door hem te bepalen omvang. Hij bepaalt waar zij bij voorkeur gelokaliseerd moeten zijn en hanteert de productspecificaties als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van Verordening (EU) 2017/2196 (NC ER) die zijn opgenomen in bijlage 5.
3.
De in artikel 4, tweede lid, onderdeel c, van Verordening (EU) 2017/2196 (NC ER) bedoelde lijst met soorten significante netgebruikers en de door hen toe te passen maatregelen is opgenomen in bijlage 6.
4.
Significante netgebruikers met hoge prioriteit, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel d, van Verordening (EU) 2017/2196 (NC ER), zijn aangeslotenen waarvan de installatie is aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet en:
- a.
waarvan de installatie onderdeel is van het landelijk gastransportnet, een gasproductienet of een gasproductie-installatie en naar het gezamenlijke oordeel van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de netbeheerder van het landelijk gastransportnet cruciaal is voor het in stand houden van de openbare gasvoorziening of de gasvoorziening van gasgestookte elektriciteitsproductie-eenheden, aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet; of
- b.
waarvan de installatie een elektriciteitsproductie-installatie is die nucleaire energie als primaire energiebron heeft.
5.
Regionale netbeheerders en aangeslotenen, die beschikken over een verbruiksinstallatie als bedoeld in artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1388 (NC DCC) jo. artikel 4.7, vierde lid, dragen er zorg voor dat hun distributienet of verbruiksinstallatie na een spanningsloze toestand van (een deel van) het landelijk hoogspanningsnet weer onder spanning gebracht wordt zodra de spanning in het landelijk hoogspanningsnet is hersteld.
6.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan, indien de hersteltoestand van kracht is, aangeslotenen die beschikken over een synchrone elektriciteitsproductie-eenheid van het type C of D, opdragen de dode band van de frequentiegevoelige modus, als bedoeld in artikel 3.24, derde lid, uit te schakelen, in welk geval de aangeslotenen deze opdracht onverwijld uitvoeren.
7.
Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vermogen vordert van een marktpartij in het bescherm- en hertelproces zonder toepassing van een onbalansaanpassing, als bedoeld in artikel 10.25, zevende lid, biedt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een vergoeding aan de BRP voor de onbalanskosten als gevolg van de vermogensvordering die de BRP redelijkerwijs niet kan voorkomen.