Belastingblad 2020/415
Het enkel gerechtigd zijn tot het gebruik van een sportaccommodatie voor de beoefening van sport sluit niet uit dat sprake is van btw-vrijgestelde verhuur. De Hoge Raad verwijst de zaak naar een ander hof voor de beoordeling of de prestatie van de gemeente moet worden gekarakteriseerd als de verhuur van een onroerende zaak dan wel als een andersoortige prestatie.
HR 11-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1407, m.nt. L.L.C. Blom
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 2020
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, E.N. Punt, L.F. van Kalmthout, M.E. van Hilten en E.F. Faase
- Zaaknummer
18/03224
- Noot
L.L.C. Blom
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233243:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Tarief
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1407, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑09‑2020
Essentie
Het enkel gerechtigd zijn tot het gebruik van een sportaccommodatie voor de beoefening van sport sluit niet uit dat sprake is van btw-vrijgestelde verhuur. De Hoge Raad verwijst de zaak naar een ander hof voor de beoordeling of de prestatie van de gemeente moet worden gekarakteriseerd als de verhuur van een onroerende zaak dan wel als een andersoortige prestatie.
Uitspraak
Arrest
in de zaak van
de Staatssecretaris van Financiën
tegen
gemeente [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 15 juni 2018, nrs. BK-17/00961, BK-17/00962, BK-18/00002 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.