Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft
Artikel 150 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend van 22-06-2011 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
07-06-2011, PbEU 2011, L 157 (uitgifte: 15-06-2011, regelingnummer: 543/2011)
- Inwerkingtreding
22-06-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-06-2011, PbEU 2011, L 157 (uitgifte: 15-06-2011, regelingnummer: 543/2011)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Instituties
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Douane (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Operationele programma's waarop artikel 203 bis, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van toepassing is, kunnen doorlopen tot het einde van hun looptijd op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorschriften die vóór 1 januari 2008 van kracht waren.
2.
Met het oog op de toepassing van artikel 203 bis, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 worden met de regels inzake de minimumkenmerken van het voor verwerking geleverde basisproduct en de minimumkwaliteitseisen voor de eindproducten die van toepassing blijven op basisproducten die zijn geoogst op het grondgebied van lidstaten die gebruik maken van de in dat lid bedoelde overgangsregeling, de regels bedoeld die vervat zijn in de in bijlage XX van de onderhavige verordening bedoelde verordeningen van de Commissie en de in titel II van de onderhavige verordening bedoelde relevante handelsnormen.
3.
Erkenningsprogramma's die op grond van Verordening (EG) nr. 2200/96 zijn aanvaard en die op grond van artikel 203 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 aanvaard blijven voor producentengroeperingen in andere lidstaten dan die welke op of na 1 mei 2004 tot de EU zijn toegetreden, en die zich niet bevinden in de ultraperifere regio's van de Unie als bedoeld in artikel 349 van het Verdrag of op de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad(1), worden gefinancierd aan de hand van de in artikel 103 bis, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde percentages.
Erkenningsprogramma's die in het kader van de Verordening (EG) nr. 2200/96 zijn aanvaard en waarop artikel 14, lid 7, van die verordening van toepassing was en die aanvaard blijven op grond van artikel 203 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, worden gefinancierd aan de hand van de in artikel 103 bis, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde percentages.
4.
De lidstaten wijzigen hun nationale strategie tegen 15 september 2011 indien dat nodig is om:
- a)
naar behoren te motiveren welke afstand als aanzienlijk wordt beschouwd voor de toepassing van artikel 50, lid 7, onder b);
- b)
vast te stellen hoeveel procent van de jaarlijkse uitgaven in het kader van een operationeel programma maximaal mag worden gespendeerd aan acties op het gebied van het milieubeheer van verpakkingen als bedoeld in artikel 60, lid 4, tweede alinea.
5.
Operationele programma's die zijn goedgekeurd vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, mogen doorlopen tot het einde van de looptijd van deze programma's zonder dat aan het in artikel 60, lid 4, tweede alinea, vermelde percentage wordt voldaan.
Voetnoten
PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1.