Einde inhoudsopgave
Faillissementswet BES
Artikel 261
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Faillissementsbesluit 1931, zoals gewijzgd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 496 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bedrijfseconomisch advies (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
De rechter in eerste aanleg geeft zoo spoedig mogelijk zijne met redenen omkleede beschikking.
2.
Hij weigert de homologatie:
- 1°
indien de baten van de boedel de bij het akkoord bedongen som te boven gaan;
- 2°
indien de nakoming van het akkoord niet voldoende is gewaarborgd;
- 3°
indien het akkoord door bedrog, door begunstiging van één of meer schuldeischers of met behulp van andere oneerlijke middelen is tot stand gekomen, onverschillig of de schuldenaar dan wel een ander daartoe heeft medegewerkt;
- 4°
indien het loon en de verschotten van de deskundigen en de bewindvoerders niet in handen van de bewindvoerders zijn gestort of daarvoor zekerheid is gesteld.
3.
Hij mag ook op andere gronden en ook ambtshalve de homologatie weigeren.
4.
De rechter in eersten aanleg, de homologatie weigerende, kan bij dezelfde beschikking den schuldenaar in staat van faillissement verklaren. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan eindigt de surséance zoodra de beschikking, waarbij de homologatie geweigerd is, in kracht van gewijsde is gegaan.
5.
De artikelen 148a, 148b en 152 vinden overeenkomstige toepassing.