AB 2014/378
Studiefinanciering. Onvoldoende weerlegging bewijs.
CRvB 27-08-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2862, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
27 augustus 2014
- Magistraten
Mrs. J. Brand, D.S. de Vries, C.J. Borman
- Zaaknummer
13-3408 WSF
- Noot
H.E. Bröring
- JCDI
JCDI:ADS919116:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2014:2862, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 27‑08‑2014
- Wetingang
Art. 1.1 lid 1, 1.5 lid 1, 9.9 Wsf 2000
Essentie
Appellant is er niet in geslaagd de resultaten van het huisbezoek te weerleggen.
Samenvatting
De Raad komt tot de slotsom dat wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd niet kan afdoen aan het standpunt van de Minister en het daarover in de aangevallen uitspraak gegeven oordeel. Voor een geloofwaardige betwisting van de bevindingen neergelegd in het onder 4.3 bedoelde rapport van 27 januari 2012 is in beginsel ten minste vereist dat de studerende de beschreven waarnemingen en bevindingen van meet af aan consequent en consistent betwist. Waar mogelijk dienen de stellingen voorts te worden onderbouwd met objectieve en verifieerbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.