Huur. Twee huurovereenkomsten m.b.t. dezelfde winkelruimte; analoge toepassing art. 3:298 BW.

Tussen appellant (huurder 1) en geïntimeerden 1 en 2 (verhuurders) bestond een huurovereenkomst met betrekking tot winkelruimte. Per 1 oktober 2008 is appellante uit het gehuurde vertrokken; daarna heeft restaurant De Zakkendrager, geïntimeerde 3, als opvolgend huurder het gehuurde betrokken. In dit kort geding vordert huurder 1 terbeschikkingstelling van de gehuurde ruimte. De vraag is: wie heeft het oudste huurrecht analoog aan art. 3:298 BW, en is een uitzondering op die regel mogelijk? Het hof oordeelt het aannemelijk dat de bodemrechter zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?