RBP 2018/4
Toereikende procesvolmacht advocaat. Is er sprake van een schending van het beginsel van hoor en wederhoor wanneer het hof heeft beslist op basis van een e-mail waarvan het ambtshalve heeft kennis genomen na de mondelinge behandeling in hoger beroep en waarover partijen zich niet hebben kunnen uitlaten?
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2624
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/04911
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- JCDI
JCDI:ADS927922:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2624, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:650, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2016
- Wetingang
Art. 1:381 lid 6 BW; art.19, 223 Rv
Essentie
Toereikende procesvolmacht advocaat. Schending hoor en wederhoor. ‘Samenhang’ in zin art. 223 Rv.
Is er sprake van een schending van het beginsel van hoor en wederhoor wanneer het hof heeft beslist op basis van een e-mail waarvan het ambtshalve heeft kennis genomen na de mondelinge behandeling in hoger beroep en waarover partijen zich niet hebben kunnen uitlaten? Is er samenhang in de zin van art. 223 Rv tussen een verzoek van de betrokkene tot onbeperkte toegang tot haar advocaat en de verzoeken in de hoofdprocedure?
Samenvatting
Betrokkene, geboren in 1930, heeft vier dochters ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.