Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.5.5.1
3.5.5.1 Inleiding
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS444523:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Deze paragraaf ziet derhalve niet op het einde van overeenkomsten tussen twee marktpartij- en.
Artikel 7.2 lid 1 Tw: ‘Ten minste vier weken voordat een voorgenomen wijziging van een beding dat is opgenomen in de overeenkomst van kracht wordt: a. biedt een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst de abonnee de mogelijkheid om de overeenkomst kosteloos te beëindigen, en b. stelt de aanbieder de abonnee op genoegzame wijze op de hoogte van de inhoud van de voorgenomen wijziging en van de mogelijkheid om de overeenkomst kosteloos te beëindigen.’
Artikel 7.2a lid 1 Tw: ‘De overeenkomst tussen een aanbieder en een consument met betrekking tot de levering van een elektronische communicatiedienst of programmadienst die is aangegaan voor een onbepaalde duur, kan door de consument te allen tijde kosteloos worden opgezegd.’
Artikel 7.2a lid 2 Tw: ‘Een aanbieder biedt een eindgebruiker de mogelijkheid een overeenkomst voor een bepaalde duur met een looptijd van ten hoogste twaalf maanden aan te gaan. De overeenkomst tussen een aanbieder en een consument met betrekking tot de levering van een openbare elektronische communicatiedienst of programmadienst kan worden aangegaan voor een bepaalde duur, waarbij de looptijd ten hoogste 24 maanden bedraagt. De overeenkomst tussen een aanbieder en een consument met betrekking tot de levering van een elektronische communicatiedienst of programmadienst die is aangegaan voor een bepaalde duur, kan na verloop van die duur stilzwijgend worden verlengd of vernieuwd, mits de consument de overeenkomst hierna te allen tijde kosteloos kan opzeggen’.
I.S.J. Houben, ‘Opzegging van overeenkomsten in de telecom- en energiesector. Een illustratie van regulatory contract law’, WPNR 2011/6904, p. 889.
Zie hierover Houben 2011, p. 889.
Zie onder meer Rb. Den Haag, sector kanton, locatie Gouda, 8 maart 2007, TvC 2008/5, p. 199; Rb. Haarlem, sector kanton, locatie Zaandam, 26 juni 2008, TvC 2008/5, m.nt. M.B.M. Loos, p. 199; Hof Amsterdam 3 augustus 2010, TvC 2011/1, p. 19.
Rb. Haarlem, sector kanton, locatie Zaandam, 26 juni 2008, TvC 2008/5, m.nt. M.B.M. Loos, p. 201.
De ACM kan ook in relatie tot overeenkomsten met eindgebruikers een besluit nemen over het einde van overeenkomsten.1
In hoofdstuk 7 van de Tw zijn twee artikelen opgenomen die de opzegging van de overeenkomst tussen een aanbieder en een consument regelen aangaande de levering van een elektronische communicatiedienst of programmadienst. Artikel 7.2 lid 1 Tw bepaalt dat een toekomstige wijziging op genoegzame wijze wordt meegedeeld en dat de consument in de gelegenheid wordt gesteld om de overeenkomst kosteloos op te zeggen.2
In artikel 7.2a Tw wordt een regeling gegeven over de duur en de opzegging van overeenkomsten. In dit artikel is bepaald dat de overeenkomst tussen een eindgebruiker (dus niet alleen consumenten) en een aanbieder te allen tijde kosteloos kan worden opgezegd.3 In het tweede lid is geregeld dat een consument (dus niet alle eindgebruikers) de mogelijkheid wordt geboden om een overeenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan van één jaar. Met betrekking tot de levering van openbare elektronische communicatiediensten of programmadiensten bedraagt de looptijd maximaal 24 maanden (tweede lid). Een overeenkomst kan worden verlengd of opnieuw worden afgesloten mits de consument de overeenkomst bij verlenging of vernieuwing te allen tijde kosteloos kan opzeggen.4 Deze opzegtermijn mag niet langer dan een maand bedragen (derde lid).
Per 1 januari 2013 is nog een vierde lid toegevoegd aan artikel 7.2a Tw. Dit artikellid ziet voornamelijk op starttarieven en het in rekening brengen van gesprekstarieven.
In het BW zijn eveneens meerdere bepalingen over opzegging van (duur)overeenkomsten te vinden die op abonnementen tussen consumenten en providers van toepassing kunnen zijn. Zo bepaalt artikel 6:237 sub k BW dat overeenkomsten tot het geregeld afleveren van zaken voor bepaalde tijd met een duur van langer dan een jaar worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de wederpartij de bevoegdheid heeft de overeenkomst te allen tijde op te zeggen. Artikel 7.2a Tw sluit de toepasselijkheid van artikel 6:237 sub k BW echter niet uit.5 Waar dat toe leidt is niet geheel duidelijk. Betekent dit dat een overeenkomst van twee jaar in het kader van telefonie niet onredelijk bezwarend zou zijn? Houben wijst er op dat wellicht sectorspecifieke wetgeving voorrang zou kunnen hebben, maar zij meent dat dit niet de bedoeling is van artikel 7.2a Tw omdat in de parlementaire geschiedenis uitdrukkelijk staat dat artikel 7.2a Tw artikel 6:237 sub k BW onverlet laat.6
De opzegging van een abonnement kan ook nog worden gebracht onder de regeling van de overeenkomst van opdracht, meer in het bijzonder artikel 7:408 BW.7Artikel 7:408 lid 3 BW bepaalt dat consumenten geen schadevergoeding verschuldigd zijn bij gebruikmaking van hun opzegbevoegdheid. Dit artikel is van dwingend recht. Er is jurisprudentie omtrent het voortijdig beëindigen van een telecom-abonnement met gratis toestellen in relatie tot 6:237 sub k en 7:408 BW.8 Tussentijdse beëindiging na een beroep op artikel 6:237 sub k BW sluit een schadevergoeding ex artikel 6:277 BW niet uit.9 Dit zou anders kunnen zijn bij artikel 7:408 BW. Een telecomprovider zou wel ex artikel 7:411 lid 1 BW recht op een deel van het ‘loon’ houden. Eén en ander betekent dat er mogelijk drie relevante regelingen van toepassing zijn op de beëindiging van een telefoonabonnement. De regelingen verbinden aan de beëindiging wel verschillende gevolgen. In deze paragraaf zal alleen aandacht worden besteed aan de opzegmogelijkheden in de Tw.