BNB 2024/106
Voor rechtmatigheid onderzoek OLAF in derde land is geen overeenkomst voor samenwerking en wederzijdse bijstand nodig
HR 05-07-2024, ECLI:NL:HR:2024:905, m.nt. M.J.W. van Casteren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juli 2024
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra*
- Zaaknummer
21/04213
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
M.J.W. van Casteren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS979403:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:905, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑07‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:563, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑06‑2023
- Wetingang
Essentie
Voor rechtmatigheid onderzoek OLAF in derde land is geen overeenkomst voor samenwerking en wederzijdse bijstand nodig
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, heeft aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van zonnepanelen met Taiwan als land van niet-preferentiële oorsprong. Na onderzoek – met toestemming van de Taiwanese (douane)autoriteiten – heeft het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) echter geconcludeerd dat China het land van oorsprong is van de zonnepanelen. Naar aanleiding daarvan heeft de Inspecteur van belanghebbende antidumpingrechten en compenserende rechten nagevorderd. Volgens het Hof heeft de Inspecteur met gebruik van de bevindingen van OLAF het voor navordering vereiste bewijs geleverd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.