NJB 2022/112:Beslissing tot openbaarmaking van de uitspraak in een geval waarin dit mede de openbaarmaking van een foto van het gezicht van de verdachte omvat: in het voorschrift van art. 36 lid 1 Sr dat de rechter de wijze bepaalt waarop aan de last tot openbaarmaking van de uitspraak uitvoering wordt gegeven, ligt niet de bevoegdheid besloten om, met het oog op de openbaarmaking daarvan, in de uitspraak of een daartoe behorende bijlage andere gegevens op te nemen dan de gegevens die op grond van de voorschriften van de Vierde afdeling van Titel VI van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafvordering in de uitspraak moeten worden opgenomen. Het is de rechter wel toegestaan te bepalen dat de openbaarmaking van de uitspraak niet plaatsvindt door openbaarmaking van de volledige (niet geanonimiseerde) tekst van de uitspraak, maar door publicatie van bijvoorbeeld een deel van de uitspraak of van een samenvatting van wat in de uitspraak is opgenomen. Nu een foto van de verdachte niet behoort tot de gegevens die in de uitspraak moeten worden opgenomen, heeft het hof in casu ten onrechte aangenomen dat openbaarmaking van de uitspraak mede mag bestaan uit openbaarmaking van zo’n foto.