FED 2015/26
Toepassing art. 15ab lid 6 Wet VPB 1969 ondanks de daarin aanwezige overkill
HR 14-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3203, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/02210
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
G.Th.K. Meussen
- JCDI
JCDI:ADS273775:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3203, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2014
- Wetingang
Art. 15ab lid 6 Wet VPB1969
Essentie
Toepassing art. 15ab lid 6 Wet VPB 1969 ondanks de daarin aanwezige overkill
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2004.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
2.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
2.1.1.
Op 10 juni 1998 heeft [D] B.V. (hierna: [D] BV) de aandelen in belanghebbende en een vordering op belanghebbende (hierna: de vordering) gekocht voor bedragen van respectievelijk ƒ 1 (€ 0,45) en circa ƒ 75.000 (€ 34.034). De vordering had op dat moment een nominale waarde van ƒ 33.090.796 (€ 15.015.949).
2.1.2.
Belanghebbende heeft in 1998 geïnvesteerd in een onroerende zaak in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.