HR, 13-11-2018, nr. 18/01126
ECLI:NL:HR:2018:2101
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13-11-2018
- Zaaknummer
18/01126
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:2101, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2018; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2018:748, Niet ontvankelijk
- Vindplaatsen
Uitspraak 13‑11‑2018
Inhoudsindicatie
Moord door messteken in hals en borst van ex-vrouw die op dat moment de gezamenlijke kinderen in Amsterdam-Noord naar school bracht. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
13 november 2018
Strafkamer
nr. S 18/01126
SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 maart 2018, nummer 23/000890-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft V.A. Groeneveld, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 november 2018.