Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/7.2.2.6
7.2.2.6 Inlichtingenplicht
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS430841:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Voetnoten
Voetnoten
Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 tot wijziging van de richtlijnen nr. 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en richtlijn nr. 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft (PbEU L 259), Stb. 2011, 234 en Besluit van 14 juni 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 tot wijziging van de richtlijnen nr. 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG van de Raad en richtlijn nr. 2005/56/EG wat verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen betreft (PbEU L 259) en artikel I van de Wet van 20 mei 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met lastenverlichting voor burgers en bedrijfsleven, Stb. 2011, 294.
Advies van de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake wetsvoorstel 32458, wijziging van Boek 2 BW ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG betreffende verslaggevings- en documentatieverplichtingen in geval van fusies en splitsingen, 6 oktober 2010, p. 4. De fusie of splitsing mag in de visie van de wetgever geen instrument zijn om een statutenwijziging te bewerkstelligen waardoor de beperkingen die de wet stelt ten aanzien van een besluit tot statutenwijziging in het kader van een fusie of splitsing kunnen worden omzeild (Kamerstukken II, 2011-2012, 32 426, nr. 19 (Amendement van de leden Van der Steur en Van Toorenburg).
De besturen van iedere partij bij de splitsing moeten de algemene vergadering en de andere partijen bij de splitsing inlichten over na de deponering van het voorstel tot splitsing gebleken belangrijke wijzigingen in de activa en passiva die de mededelingen in het voorstel tot splitsing of de toelichting op het voorstel tot splitsing hebben beïnvloed (artikel 2:334i lid 1 BW). Deze verplichting vloeit voort uit artikel 7 lid 3 Zesde richtlijn en geldt ook jegens de andere bij de grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschappen. De plicht tot het geven van inlichtingen moet naar mijn mening gedifferentieerd cumulatief toegepast worden. Het bestuur van de vennootschap waarbij wijzigingen in de activa en passiva optreden zal de algemene vergadering en de overige partijen – ook de vennootschap(pen) die wordt of worden beheerst door het recht van een andere staat – moeten inlichten over de wijzigingen in de activa en passiva.
Voor de andere bij de grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschappen kan een meer uitgebreide inlichtingenplicht bestaan. Artikel 7 lid 3 Zesde richtlijn voorziet slechts in een minimumharmonisatie. In de oude bewoordingen van artikel 2:334i BW bijvoorbeeld, zoals dat gold voor het van kracht worden van de wijzigingen door middel van Wetsvoorstel 32 458 en de implementatie van Richtlijn 2009/109/EG per 1 juli 2011,1 was opgenomen dat de inlichtingenplicht bestond voor ‘belangrijke wijzigingen in de omstandigheden die de mededelingen in het voorstel tot splitsing of in de toelichting hebben beïnvloed’ en was de inlichtingenplicht niet beperkt tot ‘belangrijke wijzigingen in de activa of passiva’. De Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht had echter geadviseerd artikel 2:334i lid 1 BW aan te laten sluiten bij de tekst van de Zesde richtlijn. De verplichting om melding te maken van een belangrijke wijziging van omstandigheden werd daarom vervangen door de meer concrete verplichting om melding te maken van een belangrijke wijziging van de activa en passiva.2