Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1173/2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied
Artikel 8 Sancties bij manipulatie van statistieken
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2011
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1173/2011)
- Inwerkingtreding
13-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 306 (uitgifte: 23-11-2011, regelingnummer: 1173/2011)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
De Raad kan, op grond van een aanbeveling van de Commissie, besluiten een boete op te leggen aan een lidstaat die met opzet of door ernstige nalatigheid gegevens aangaande overheidstekort en overheidsschuld, die van belang zijn voor de toepassing van artikel 121 of artikel 126 VWEU of het aan het VEU en het VWEU gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, verkeerd voorstelt.
2.
De in lid 1 bedoelde boeten zijn doeltreffend, afschrikkend en evenredig met de aard, de ernst en de duur van de verkeerde voorstelling. De boete bedraagt maximaal 0,2 % van het bbp van de betrokken lidstaat.
3.
De Commissie kan alle onderzoeken uitvoeren, die nodig zijn om het bestaan van verkeerde voorstellingen als bedoeld in lid 1 vast te stellen. De Commissie kan besluiten een onderzoek te openen als zij meent dat er serieuze indicaties zijn voor het bestaan van feiten die een dergelijke verkeerde voorstelling kunnen vormen. Bij het onderzoek naar de vermeende verkeerde voorstellingen houdt de Commissie rekening met de opmerkingen van de betrokken lidstaat. Voor de uitvoering van haar taken kan de Commissie de lidstaat verzoeken informatie te verschaffen en kan ter plaatse inspecties uitvoeren; zij heeft toegang tot de rekeningen van alle overheidsinstanties op centraal, staats- en lokaal niveau en met betrekking tot de sociale zekerheid. Indien volgens het recht van de betrokken lidstaat voor inspecties ter plaatse de voorafgaande gerechtelijke toestemming is vereist, dient de Commissie daartoe de nodige verzoeken in.
Na voltooiing van het onderzoek en voordat zij een voorstel voorlegt aan de Raad, stelt Commissie de betrokken lidstaat in de gelegenheid gehoord te worden over de zaken die het voorwerp uitmaken van het onderzoek. De Commissie baseert elk voorstel aan de Raad uitsluitend op feiten waarover de betrokken lidstaat de gelegenheid heeft gehad om opmerkingen in te dienen.
De Commissie eerbiedigt gedurende de onderzoeken ten volle het recht op verdediging van de betrokken lidstaat.
4.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 11 gedelegeerde handelingen vast met betrekking tot:
- a)
gedetailleerde criteria ter vaststelling van de hoogte van de boete als bedoeld in lid 1;
- b)
gedetailleerde regels met betrekking tot de onderzoeksprocedures als bedoeld in lid 3, de bijkomende maatregelen en de rapportage over de onderzoeken;
- c)
gedetailleerde procedureregels die erop gericht zijn om de rechten van verdediging, de toegang tot het dossier, juridische vertegenwoordiging, geheimhouding te waarborgen en ook regels voor wat betreft het tijdstip en de inning van de boeten als bedoeld in lid 1.
5.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft volledige rechtsmacht inzake beroepen tegen besluiten van de Raad waarbij een boete in overeenstemming met lid 1 is vastgesteld. Het kan de aldus opgelegde boete intrekken, verminderen of verhogen.