Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1145
Klacht namens verdachte over medeplegen gekwalificeerde diefstal en klacht namens benadeelde partij over de niet-ontvankelijkverklaring van haar vordering. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1634
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00063
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1634, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1084, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2019
Essentie
Klacht namens verdachte over medeplegen gekwalificeerde diefstal en klacht namens benadeelde partij over de niet-ontvankelijkverklaring van haar vordering. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00063
Datum 29 oktober 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 13 december 2017, nummer 22/001566-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 13 december 2017 door het hof Den Haag wegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.