Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 3.48 Judicium cum laude vmbo
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Een examenkandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo theoretische leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien de eindexamenuitslag voldoet aan de volgende voorschriften:
- a.
ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:
- 1°
de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel; en
- 2°
het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en
- b.
ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 3.35.
2.
Een examenkandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien de eindexamenuitslag voldoet aan de volgende voorschriften:
- a.
ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van:
- 1°
de eindcijfers voor het profielvak en de twee algemene vakken van het profieldeel; en
- 2°
het eindcijfer, bedoeld in artikel 3.35, derde lid, en
- b.
ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 3.35.
3.
Een examenkandidaat is geslaagd voor het eindexamen vmbo gemengde leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien de eindexamenuitslag voldoet aan de volgende voorschriften:
- a.
ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:
- 1°
de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel; en
- 2°
het algemene vak uit het vrije deel of het eindcijfer, bedoeld in artikel 3.35, derde lid; en
- b.
ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 3.35.