Prg. 2018/87
Voor ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhoudingen (g-grond) is geen verwijtbaarheid aan de zijde van werknemer vereist.
HR 16-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:220
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02563
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:220, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2017
- Wetingang
Art. 7:669 lid 3 onder g, 7:671b lid 8 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Is voor ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) verwijtbaarheid van werknemer vereist?
Nee. Voor ontbinding op de g-grond is geen verwijtbaarheid aan de zijde van werknemer vereist.
Samenvatting
Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). De kantonrechter wijst het verzoek af. Het hof ontbindt onder toekenning van een transitievergoeding. Volgens werknemer is dit onbegrijpelijk, aangezien hem geen verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van de verstoring van de arbeidsverhouding. Verder heeft het hof miskend dat in een ontbindingsprocedure de wettelijke bewijsregels moeten worden toegepast en dat aan de hand van oud ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.