Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/2.7.4:2.7.4 Rol deskundigen
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/2.7.4
2.7.4 Rol deskundigen
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS437045:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het splitsingsvoorstel moet voor iedere vennootschap die aan de splitsing deelneemt worden onderzocht door één of meer van de vennootschap onafhankelijke deskundigen – zoals bijvoorbeeld accountants – die door de overheid of rechter zijn aangewezen of toegelaten (artikel 8 lid 1 Zesde richtlijn). Deze deskundigen dienen een schriftelijk verslag op te stellen voor de aandeelhouders. De deskundigen kunnen natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen zijn. Wat betreft dit laatste moet gedacht worden aan samenwerkingsverbanden tussen deskundigen die hun samenwerking hebben vormgegeven door middel van een vennootschap, al dan niet met rechtspersoonlijkheid.
Het vereiste dat voor elke vennootschap een afzonderlijke deskundige het splitsingsvoorstel moet onderzoeken, kan een onevenredig zware administratieve last opleveren, met name wanneer de gesplitste en de verkrijgende vennootschappen deel uitmaken van één concern. Derhalve is in artikel 8 lid 1 tweede volzin Zesde richtlijn bepaald dat lidstaten de vrijheid hebben te bepalen dat één of meer onafhankelijke deskundigen worden aangewezen voor alle vennootschappen die aan de splitsing deelnemen, indien die aanwijzing op gezamenlijk verzoek van deze vennootschappen door de overheid of door de rechter is geschied.
Via een schakelbepaling (artikel 8 lid 2 Zesde richtlijn) is artikel 10 lid 2 en lid 3 Richtlijn 2011/35/EU van toepassing verklaard. Deze artikelleden van Richtlijn 2011/35/EU gaan over de inhoud van het verslag van deskundigen die het fusievoorstel moeten goedkeuren en zijn via de schakelbepaling dwingend van toepassing op de splitsing. De deskundigen moeten in hun verslag verklaren of de ruilverhouding naar hun mening redelijk is en in de verklaring moet ten minste worden aangegeven volgens welke methode(n) de voorgestelde ruilverhouding – omwisseling van aandelen – is vastgesteld en of deze methode(n) in het betreffende geval passen en tot welke waarden deze methoden leiden. In het verslag moeten bovendien de bijzondere moeilijkheden worden vermeld die zich eventueel bij de waardering hebben voorgedaan. Op basis van artikel 8 lid 2 Zesde richtlijn jo. artikel 10 lid 3 Richtlijn 2011/35/EU hebben de deskundigen het recht van de vennootschappen die bij de splitsing betrokken zijn te verlangen dat hen alle dienstige inlichtingen en bescheiden worden verstrekt en dat zij alle nodige controles kunnen verrichten.
De Zesde richtlijn bepaalt sinds het van kracht worden van Richtlijn 2007/63/EG dwingend dat het onderzoek van het splitsingsvoorstel en het deskundigenverslag niet vereist zijn indien alle aandeelhouders en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden van alle vennootschappen die aan de splitsing deelnemen hiermee hebben ingesteld (artikel 10 lid 1 Zesde richtlijn).
Lidstaten mogen het deskundigenverslag niet verplichten indien bij de splitsing nieuwe vennootschappen worden opgericht en de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de aandeelhouders van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van de gesplitste vennootschap (artikel 22 lid 5 Zesde richtlijn).