NJ 2016/131
Ontuchtige handelingen in de zin van art. 246 Sr.
HR 24-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3356, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/06253
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153976:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3356, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2298, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2015
- Wetingang
Art. 246 Sr
Essentie
De verdachte heeft een voor hem onbekende jonge vrouw in een drukke uitgaansgelegenheid, onverhoeds in de billen geknepen. Nadat aangeefster kenbaar had gemaakt dat zij daar niet van was gediend, heeft hij zich opdringerig gedragen en haar nogmaals onverhoeds in haar bil geknepen. In het licht van hetgeen het hof heeft vastgesteld omtrent de omstandigheden waaronder de verdachte in de billen van de aangeefster heeft geknepen, getuigt het oordeel van het hof dat sprake is van ‘ontuchtige handelingen’ in de zin van art. 246 Sr niet van een onjuiste rechtsopvatting. Het is toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.