NJ 1950/345
Niet voldoend-bepaalde cassatiemiddelen. Moet dagvaarding gedagtekend zijn? Voldoende feitelijke omschrijving van telastgelegde? Vorm bedoeld in art. 329 Sv. Alternatieve bewezenverklaring?
HR 17-01-1950, ECLI:NL:HR:1950:42
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1950
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Rombach, Vrij, van Berckel
- Zaaknummer
[17011950/NJ_1950-345]
- Conclusie
Mr. Hooykaas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS166091:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:42, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1950
- Wetingang
(Sv art. 261, 329, 350, 433; Prijsopdrijvings-en Hamsterwet 1939 art. 3; Besluit Berechting Economische Delicten 1944 art. 1; Prijsvormingsbesluit 1941 art. 4.)
Essentie
Niet voldoend-bepaalde cassatiemiddelen. Moet dagvaarding gedagtekend zijn? Voldoende feitelijke omschrijving van telastgelegde? Vorm bedoeld in art. 329 Sv. Alternatieve bewezenverklaring?
Samenvatting
De volstrekt algemene beweringen, dat het bewezenverklaarde niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, en dat de rechter de bewezenverklaring niet naar behoren met redenen omkleed, het bewezenverklaarde ten onrechte strafbaar geacht, het strafbaarverklaarde onjuist gequalificeerd en de artikelen waarop de strafoplegging volgens de wet is gegrond niet vermeld heeft, houden niet in bepaalde middelen van cassatie gelijk in art. 433 Sv. bedoeld.
Het middel, klagend dat de dagvaarding niet een datum vermeldt, mist feitelijken grondslag, nu, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.