Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking
Artikel 8 Centraal-Azië
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2007
- Bronpublicatie:
18-12-2006, PbEU 2006, L 378 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 1905/2006)
- Inwerkingtreding
16-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, PbEU 2006, L 378 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 1905/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De communautaire bijstand aan Centraal-Azië ondersteunt maatregelen die in overeenstemming zijn met artikel 5 en met het algemene doel en de werkingssfeer, de doelstellingen en de algemene beginselen van deze verordening. Extra aandacht wordt geschonken aan de volgende samenwerkingsterreinen, die de specifieke situatie in Centraal-Azië weerspiegelen:
- a)
bevordering van constitutionele hervormingen en van de aanpassing van de wet- en regelgeving aan die van de Gemeenschap, met inbegrip van versterking van de nationale instellingen en organen die verantwoordelijk zijn voor de effectieve uitvoering van de beleidsmaatregelen op de door de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten bestreken terreinen, zoals verkiezingsinstanties, parlementen, hervorming van het overheidsbestuur en beheer van de overheidsfinanciën;
- b)
bevordering van de ontwikkeling van een markteconomie en van de integratie van de partnerlanden in de WTO, met dien verstande dat ook wordt gelet op de sociale aspecten van de overgang;
- c)
ondersteuning van efficiënt grensbeheer en grensoverschrijdende samenwerking ter bevordering van duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling in grensgebieden;
- d)
bestrijding van drugsproductie, -consumptie en -handel en andere handel;
- e)
bestrijding van hiv/aids;
- f)
bevordering van regionale samenwerking, dialoog en integratie, ook met de landen vallende onder Verordening (EG) nr. 1638/2006 en onder andere communautaire regelgeving, met name stimuleren van samenwerking met betrekking tot milieu — meer bepaald water en sanitaire voorzieningen — onderwijs, energie en vervoer, waaronder begrepen de zekerheid en de veiligheid van de internationale energievoorziening en het internationale energievervoer, koppelingen, netwerken en netwerkoperatoren, hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie.