Rb. Rotterdam, 08-03-2018, nr. 10/681285-16
ECLI:NL:RBROT:2018:4509
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
08-03-2018
- Zaaknummer
10/681285-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2018:4509, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 08‑03‑2018; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 08‑03‑2018
Inhoudsindicatie
Veroordeling ter zake van handelen in strijd met gedragsaanwijzing en stalking, oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel ex. artikel 38v.
Partij(en)
Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 10/681285-16
Datum uitspraak: 8 maart 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI Zuid Oost - HvB Ter Peel, locatie Evertsoord,
raadsman mr. R.H.P. Feiner, advocaat te Rotterdam.
1. Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 februari 2018.
2. Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3. Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. D. van Zetten heeft gevorderd:
- -
bewezenverklaring van het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde;
- -
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, onder het opleggen van bijzondere voorwaarden, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uur, te vervangen door 120 dagen vervangende hechtenis met aftrek van voorarrest;
- -
dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
- -
oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contact- en locatieverbod voor de duur van twee jaar en, indien niet aan de maatregel wordt voldaan, twee weken vervangende hechtenis per overtreding van de maatregel, met een totale duur van ten hoogste zes maanden, alsmede dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel.
4. Waardering van het bewijs
4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend, behoudens hetgeen is opgenomen onder het laatste gedachtestreepje. Het aanmaken van profielen op de website sexjobs.nl en Grindr is door de verdachte ontkend. De rechtbank acht nochtans ook dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen. De profielen zijn immers aangemaakt via een IP-adres dat leidt tot het woonadres van de verdachte. Bovendien is gebruik gemaakt van een emailadres waarvan de verdachte heeft verklaard dat het aan haar toebehoort. Ook overigens heeft de rechtbank geen aanleiding om te veronderstellen dat het iemand anders is geweest die deze profielen heeft aangemaakt met de kennelijke bedoeling om de voormalige vriend van de verdachte, [naam slachtoffer] , (hierna ook: het slachtoffer) te beschadigen. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Vrijspraak – feit 3
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer op 1 november 2017 heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven via een WhatsApp-spraakbericht met de woorden: "Ik kan op afstand jouw leven ruïneren. Dat weet jij inmiddels wel. Ik ga jouw kankerleven kapot maken totdat jij in een fucking gesticht belandt. Echt ik ga jou kanker kapot maken wist je dat? Ik kan jou kapot maken en jouw fucking zielige familie ook."
De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat het spraakbericht in de bredere context van het dossier een ernstige bedreiging inhoudt. De officier van justitie heeft voorts gewezen op de angstaanjagende intonatie waarmee de berichten zijn ingesproken. Dat de verdachte heeft verklaard niet te menen wat zij heeft gezegd, staat volgens de officier van justitie niet aan een bewezenverklaring in de weg.
4.2.2.
Beoordeling
Voor veroordeling ter zake van bedreiging is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook gepleegd zou worden. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
De door de verdachte gebruikte bewoordingen impliceren niet een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht noch een bedreiging met zware mishandeling. Gelet op de context waarin deze woorden zijn gebruikt waren deze veeleer gericht op het voortzetten van de belaging, alsmede het verder beschadigen van de goede naam van het slachtoffer.
De rechtbank acht het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.3.
Bewijswaardering
Feit 1: handelen in strijd met gedragsaanwijzing
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak, dan wel ontslag van alle rechtsvervolging ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit bepleit. Primair heeft de verdediging aangevoerd dat de verlenging van de gedragsaanwijzing nietig is. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de tenlastelegging onvoldoende specifiek is. Volgens de verdediging kan niet worden vastgesteld dat er door de verdachte rechtstreeks WhatsApp-contact met het slachtoffer is gezocht. Meer subsidiair is door de verdediging aangevoerd dat, indien wordt vastgesteld dat de verdachte het contactverbod met het slachtoffer heeft overtreden, dit zou zijn gebeurd in een toestand waarin zij verminderd toerekeningsvatbaar was. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte op het moment dat zij contact zocht met een vriend van het slachtoffer, in het ziekenhuis lag in verband met een zelfmoordpoging en dat zij onder invloed was van een overdosis medicatie.
4.3.2.
Beoordeling
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing als bedoeld in artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Het verweer dat de (verlenging van de) gedragsaanwijzing nietig is, wordt door de rechtbank verworpen. De omstandigheid dat, als gevolg van de verlenging van de termijn waarbinnen de aanwijzing van kracht is, de wettelijk vastgestelde maximumduur van 90 dagen met enkele dagen is overschreden, brengt geen nietigheid van de aanwijzing met zich. De gedragsaanwijzing is ingegaan per 7 november 2016. Vast is komen te staan dat de verdachte op 21 november 2016, dus ruim binnen de termijn van 90 dagen, de gedragsaanwijzing heeft overtreden. Zij heeft toen immers zowel het slachtoffer als één van zijn vrienden via WhatsApp benaderd met het verzoek om contact met haar op te nemen. Dat daarvan sprake is blijkt voldoende uit het dossier, aangezien het originele WhatsApp-gesprek van de verdachte met het slachtoffer door de verbalisanten is waargenomen. Anders dan de verdediging kennelijk heeft aangenomen is voor overtreding van de aanwijzing niet nodig dat er rechtstreeks contact is geweest tussen de verdachte en het slachtoffer. De aanwijzing impliceert immers het verbod om direct of indirect (via anderen) contact te leggen met het slachtoffer. Ook het verweer dat de tenlastelegging onvoldoende specifiek is kan niet slagen. Uit de tenlastelegging blijkt zonneklaar wat de verdachte wordt verweten nu daarin concreet is aangegeven waaruit het met de gedragsaanwijzing strijdige handelen van de verdachte heeft bestaan.
Het meer subsidiaire verweer dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was op het moment dat de berichten zijn verstuurd, wordt bij gebreke van een voldoende onderbouwing verworpen.
4.3.3.
Conclusie
Het onder 1 ten laste gelegde feit is wettig en overtuigend bewezen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
zij, op 21 november 2016 te Papendrecht en/ Rotterdam, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 7 november 2016 en verlengd d.d. 11 november 2016 gegeven door de officier van justitie te Rotterdam immers heeft verdachte opzettelijk contact opgenomen/gezocht met de in die gedragsaanwijzing genoemde [naam slachtoffer] door die [naam slachtoffer] meermalen berichten te sturen via WhatsApp en door meermalen, via WhatsApp , berichten te sturen aan een vriend/kennis van die [naam slachtoffer] welke berichten kennelijk bedoeld waren of betrekking hadden
op die [naam slachtoffer] ;
2.
(parketnummer 10-202285-16)
zij, in of omstreeks de periode van 14 augustus 2016 tot en met 7 november 2016 en in of omstreeks de periode van 1 maart 2017 tot en met 6 december 2017 te Papendrecht en/ te Rotterdam en te Dordrecht, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer] , met het oogmerk die [naam slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte, telkens op verschillende data in voormelde periode (onder meer):
- veelvuldig, althans meermalen, telefonisch contact gezocht met die [naam slachtoffer]
en met de ouder(s) van die [naam slachtoffer] en (WhatsApp-)berichten
verstuurd naar die [naam slachtoffer] en
- bekenden van die [naam slachtoffer] telefonisch
en via (WhatsApp-)berichten benaderd (teneinde in contact te komen
met die [naam slachtoffer] ) en/
- een Instagram account op naam van die [naam slachtoffer] aangemaakt en
(vervolgens) zich voorgedaan als die [naam slachtoffer] en één of
meer foto's van die [naam slachtoffer] en (daarbij) beledigende teksten op voornoemd Instagram account
geplaatst en
- contact gezocht met de voetbaltrainer van die [naam slachtoffer] (te weten de
heer [naam voetbaltrainer] ) en
- contact gezocht met de mentor van de school van die [naam slachtoffer] (te weten
de heer [naam mentor] ) en die mentor verteld dat [naam slachtoffer] haar, verdachte,
mishandeld zou hebben en drugs zou gebruiken en
- zich voorgedaan als een medewerker van de school van die [naam slachtoffer]
en (vervolgens) contact gezocht met de stagebegeleider van die van [naam slachtoffer]
(te weten de heer [naam stagebegeleider] ) en (vervolgens) gevraagd naar de
werktijden van die [naam slachtoffer] en/(daarnaast) die stagebegeleider
verteld dat die [naam slachtoffer] haar, verdachte, mishandeld zou hebben en
drugs zou gebruiken en
- contact gezocht met de leidinggevende van de moeder van die [naam slachtoffer]
(te weten de heer [naam leidinggevende] ) en (vervolgens) een klacht ten aanzien van de
moeder van die [naam slachtoffer] kenbaar gemaakt en
- veel spraakberichten via WhatsApp aan die [naam slachtoffer] gestuurd (met
beledigende en intimiderende inhoud in de richting van die [naam slachtoffer]
/of zijn familie) en
- veel) berichten betreffende die [naam slachtoffer] op haar, verdachtes,
instagramprofiel en facebookprofiel geplaatst en
- profielen op de website sexjobs.nl en een profiel op Grindr aangemaakt
waarbij de (contact)gegevens van die [naam slachtoffer] worden vermeld ten gevolge
waarvan die [naam slachtoffer] door meerdere voor hem onbekende personen is
benaderd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
5. Strafbaarheid feiten
De bewezen feiten leveren op:
1. opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering
2. belaging
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
6. Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering straf en maatregel
7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich op 21 november 2016 schuldig gemaakt aan het overtreden van een gedragsaanwijzing door, direct en indirect, contact op te nemen met [naam slachtoffer] . Voorts heeft de verdachte zich over een lange tijd, verdeeld over twee perioden, schuldig gemaakt aan de belaging van [naam slachtoffer] en zijn familie. De verdachte heeft het slachtoffer en diens familieleden veelvuldig telefonisch benaderd en Facebook en WhatsApp gebruikt voor het versturen van intimiderende teksten en foto’s. Daarnaast heeft de verdachte op seksueel getinte websites accounts op naam van het slachtoffer aangemaakt. Voorts heeft de verdachte contact met anderen gezocht, zoals de schoolmentor en voetbaltrainer van het slachtoffer, teneinde informatie over het slachtoffer te verkrijgen of hem in een kwaad daglicht te stellen. Het slachtoffer moest er gedurende een langere periode, elke dag weer, op beducht zijn dat de verdachte hem, zijn familie, en mogelijk ook anderen in hun omgeving, op vervelende en intimiderende wijze zou benaderen. Het handelen van de verdachte heeft een grote impact gehad op het sociale leven van het slachtoffer, zoals ook blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring. De officier van justitie heeft in haar requisitoir terecht gesproken van een vorm van belaging die zijn weerga niet kent.
De rechtbank rekent de verdachte de gepleegde feiten zwaar aan.
7.3
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 31 januari 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.2.2.
Rapportages
Reclassering Nederland, afdeling reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 maart 2017. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte was volgens de reclassering in een destructieve relatie verwikkeld met het slachtoffer. Nadat deze de relatie verbrak ging bij haar ‘de knop om’. Zij kon niet verkroppen dat het slachtoffer tot dit besluit was gekomen en verdachte wilde uitleg over de hele situatie. De verdachte is er volgens de reclassering van overtuigd dat zij in haar recht staat voor wat betreft het krijgen van een duidelijke uitleg. Het recidiverisico wordt als matig ingeschat. De reclassering heeft niet de indruk dat de verdachte volledig ‘los’ is van het slachtoffer.
Reclassering Nederland, afdeling reclassering, heeft een voortgangsverslag met betrekking tot het toezicht over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 februari 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte heeft zich regelmatig niet gehouden aan de meldplicht in de periode voordat zij weer gedetineerd raakte. Geadviseerd is om een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden.
De rechtbank heeft acht geslagen op de beide rapportages.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De bijzondere voorwaarden zullen - anders dan door de officier van justitie geëist - niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. De rechtbank is van oordeel dat er niet is voldaan aan het in artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht neergelegde criterium, inhoudende de vrees dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Bij de bepaling van de straf houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met de impact, intensiteit en de gevolgen die het handelen van de verdachte voor het slachtoffer en zijn familie heeft gehad en nog altijd heeft. Voorts wordt in het nadeel van de verdachte meegewogen dat zij bij het bereiken van haar doel ook anderen dan het slachtoffer betrokken heeft, hetgeen de impact van haar handelen heeft vergroot. Tot slot heeft de rechtbank in haar overwegingen betrokken dat de verdachte ook tijdens de terechtzitting een deel van de schuld voor de door haar gepleegde feiten bij het slachtoffer legt en daarmee niet de volledige verantwoordelijkheid neemt voor haar daden.
Om te voorkomen dat het slachtoffer en/of diens familie opnieuw met de verdachte worden geconfronteerd zal aan haar een vrijheidsbenemende maatregel worden opgelegd als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer en diens ouders en broer, alsmede een locatieverbod voor het adres [adres ouders slachtoffer] te Papendrecht, zijnde het woonadres van het slachtoffer en diens ouders, zulks voor de duur van drie jaren.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens voornoemde personen, zal worden bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen meerwaarde in het opleggen van een taakstraf naast een deels voorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
8. Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.250,00 aan immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij genoegzaam is onderbouwd, zodat deze in beginsel voor toewijzing vatbaar is, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering niet ontvankelijk te verklaren, omdat de gevorderde immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
8.3.
Beoordeling
Gelet op de ernst, impact en duur van de door de verdachte gepleegde strafbare feiten acht de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat het slachtoffer als rechtstreeks gevolg daarvan immateriële schade heeft geleden. Het gevorderde schadebedrag komt de rechtbank redelijk voor.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 6 december 2017.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 2.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
10. Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
11. Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
- -
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- -
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- -
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
- -
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- -
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen voor haar problematiek bij polikliniek “De Waag” te Rotterdam of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling en zal zich houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling dan wel behandelaar zullen worden gegeven;
- -
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] ), diens ouders [naam vader slachtoffer] (geboren op [geboortedatum vader] ) en [naam moeder slachtoffer] , allen woonachtig aan de [adres ouders slachtoffer] te Papendrecht, alsmede de broer van het slachtoffer, [naam broer slachtoffer] ;
- -
de veroordeelde zal zich niet bevinden in de omgeving van de woning [adres ouders slachtoffer] te Papendrecht;
- -
de veroordeelde zal op geen enkele wijze de naam, gegevens of foto’s van [naam slachtoffer] (laten) vermelden en/of afbeelden op het internet en/of op sociale media.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van drie jaren, inhoudende:
- -
de verplichting om zich te onthouden van direct of indirect contact met [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] ), diens ouders [naam vader slachtoffer] (geboren op [geboortedatum vader] ) en [naam moeder slachtoffer] , allen woonachtig aan de [adres ouders slachtoffer] te Papendrecht, alsmede de broer van he slachtoffer [naam broer slachtoffer] ;
- -
het verbod om zich op te houden in de omgeving van de woning [adres ouders slachtoffer] te Papendrecht;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van € 2.250,00 (zegge: tweeduizend tweehonderd en vijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen € 2.250,00 (hoofdsom, zegge: tweeduizend tweehonderd en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.250,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 32 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en W.J. Loorbach, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Herwijnen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij, op of omstreeks 21 november 2016 te Papendrecht en/of Rotterdam, althans in
Nederland opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 7 november 2016 en verlengd d.d. 11 november 2016 gegeven door de officier van justitie te Rotterdam immers heeft verdachte opzettelijk contact opgenomen/gezocht met de in die gedragsaanwijzing genoemde [naam slachtoffer] door die [naam slachtoffer] (meermalen) berichten te sturen via WhatsApp en/of sms en/of door (meermalen) ,via WhatsApp en/of sms, berichten te sturen aan een vriend/kennis van die [naam slachtoffer] welke berichten (kennelijk) bedoeld waren en/of betrekking hadden
op die [naam slachtoffer] ;
2.
(parketnummer 10-202285-16) zij, in of omstreeks de periode van 14 augustus 2016 tot en met 7 november 2016 en/of in of omstreeks de periode van 1 maart 2017 tot en met 6 december 2017 te Papendrecht en/of te Rotterdam en/of te Dordrecht, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [naam slachtoffer] , in elk geval die ander te dwingen iets te
doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte, (telkens) op verschillende data in voormelde periode (onder meer):
- veelvuldig, althans meermalen, telefonisch contact gezocht met die [naam slachtoffer]
en/of met de ouder(s) van die [naam slachtoffer] en/of (WhatsApp-)berichten
verstuurd naar die [naam slachtoffer] en/of
- familie en/of vrienden althans bekenden van die [naam slachtoffer] telefonisch
en/of in persoon en/of via (WhatsApp-)berichten en/of anderszins (op
hinderlijke en/of intimiderende wijze) benaderd (teneinde in contact te komen
met die [naam slachtoffer] ) en/of
- een Instagram account op naam van die [naam slachtoffer] aangemaakt en/of
(vervolgens) zich voorgedaan als die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) één of
meer foto's van die [naam slachtoffer] en/of (daarbij) beledigende teksten (onder
andere "gratis neuken [adres ouders slachtoffer] Papendrecht") op voornoemd Instagram account
geplaatst en/of
- zich veelvuldig, althans meermalen, opgehouden in de nabijheid van de woning
van die [naam slachtoffer] en/of in de nabijheid van die [naam slachtoffer] en/of die
[naam slachtoffer] aangesproken en/of - contact gezocht met de voetbaltrainer van die [naam slachtoffer] (te weten de
heer [naam voetbaltrainer] ) en/of
- contact gezocht met de mentor van de school van die [naam slachtoffer] (te weten
de heer [naam mentor] ) en/of die mentor verteld dat [naam slachtoffer] haar, verdachte,
mishandeld zou hebben en/of drugs zou gebruiken en/of
- zich voorgedaan als een medewerker van de school van die [naam slachtoffer]
en/of (vervolgens) contact gezocht met de stagebegeleider van die van [naam slachtoffer]
(te weten de heer [naam stagebegeleider] ) en/of (vervolgens) gevraagd naar de
werktijden van die [naam slachtoffer] en/of (daarnaast) die stagebegeleider
verteld dat die [naam slachtoffer] haar, verdachte, mishandeld zou hebben en/of
drugs zou gebruiken en/of
- contact gezocht met de leidinggevende van de moeder van die [naam slachtoffer]
(te weten de heer [naam leidinggevende] ) en/of (vervolgens) een klacht ten aanzien van de
moeder van die [naam slachtoffer] kenbaar gemaakt en/of
- heel veel spraakberichten via WhatsApp aan die [naam slachtoffer] gestuurd (met
beledigende en/of intimiderende inhoud in de richting van die [naam slachtoffer]
en/of zijn familie) en/of
- facebookberichten betreffende die [naam slachtoffer] aan de neef en/of broer van
die [naam slachtoffer] gestuurd en/of - (heel veel) berichten betreffende die [naam slachtoffer] op haar, verdachtes, instagramprofiel en/of facebookprofiel geplaatst en/of
- profielen op de website sexjobs.nl en/of een profiel op Grindr aangemaakt
waarbij de (contact)gegevens van die [naam slachtoffer] worden vermeld ten gevolge
waarvan die [naam slachtoffer] door meerdere voor hem onbekende personen is
benaderd;
3.
zij, op of omstreeks 1 november 2017 te Papendrecht, althans in Nederland, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer] via een WhatsAppspraakbericht dreigend de woorden toe te voegen: "Ik kan op afstand jouw leven ruïneren. Dat weet jij inmiddels wel. Ik ga jouw kankerleven kapot maken totdat jij in een fucking gesticht belandt. Echt ik ga jou kanker kapot maken wist je dat? Ik kan jou kapot maken en jouw fucking zielige familie ook." althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.