NJB 2016/2316
Oogmerk van uitbuiting art. 273f lid 1 aanhef en onder 1º Sr: voor de vervulling van de delictsomschrijving van deze bepaling is niet nodig dat de ander daadwerkelijk wordt uitgebuit; het oogmerk van uitbuiting van die ander volstaat. Aan vervulling van deze delictsomschrijving staat aldus niet in de weg dat betrokkene na overbrenging naar Nederland niet het door de verdachte en zijn mededaders beoogde werk heeft verricht (prostitutie). Bestanddelen “misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht” en “misbruik van een kwetsbare positie” uit art. 273f lid 1 aanhef en onder 1º Sr: nu betrokkene op het moment dat zij naar Nederland kwam om te werken noch over voldoende financiële middelen noch over woonruimte beschikte en dat zij de Nederlandse taal niet machtig was, kon het hof tot het oordeel komen dat betrokkene zich op dat moment ten opzichte van de verdachte in een afhankelijke positie bevond en dat bij de verdachte bij het werven, vervoeren, overbrengen en huisvesten van betrokkene derhalve genoemde bestanddelen zijn vervuld
HR 06-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2771
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en E.F. Faase
- Zaaknummer
15/03038
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2771, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1207, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2016
- Wetingang
(art. 273f Sr)
Essentie
Oogmerk van uitbuiting art. 273f lid 1 aanhef en onder 1º Sr: voor de vervulling van de delictsomschrijving van deze bepaling is niet nodig dat de ander daadwerkelijk wordt uitgebuit; het oogmerk van uitbuiting van die ander volstaat. Aan vervulling van deze delictsomschrijving staat aldus niet in de weg dat betrokkene na overbrenging naar Nederland niet het door de verdachte en zijn mededaders beoogde werk heeft verricht (prostitutie). Bestanddelen “misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht” en “misbruik van een kwetsbare positie” uit art. 273f lid 1 aanhef en onder 1º Sr: nu betrokkene op het moment dat zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.