AB 2017/341
Huisvestingswetboete. Onttrekking aan woonruimtevoorraad. Matiging wegens bijzondere omstandigheden. Draagkracht.
ABRvS 12-07-2017, ECLI:NL:RVS:2017:1849, m.nt. T.I. Oost
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 juli 2017
- Magistraten
Mr. N. Verheij
- Zaaknummer
201608790/1/A3
- Noot
T.I. Oost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927327:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2017:1849, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑07‑2017
- Wetingang
Art. 3:4, 5:46 Awb; art. 30 lid 1 sub a en b Huisvw (oud); art. 26 Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006
Essentie
Het is aan de overtreder om bijzondere omstandigheden aannemelijk te maken die matiging van de hoogte van een bestuurlijke boete rechtvaardigen. Het enkel hebben van een bijstandsuitkering is geen bijzondere omstandigheid.
Samenvatting
Zoals volgt uit onder meer de uitspraken van de Afdeling van 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:649, 5 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:953 en 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1751, kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 5:46, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, die aanleiding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.