NJ 1926, p. 422
HR, 15-03-1926
HR 15-03-1926, ECLI:NL:HR:1926:323
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 1926
- Magistraten
Mrs. Hesse, Segers, Ort, Taverne en Kirberger.
- Zaaknummer
[15031926/NJ_1926,_p._422]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS121946:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:323, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑1926
- Wetingang
Samenvatting
Het beroep in cassatie in het belang der wet tegen een vonnis, niet in het hoogste ressott gewezen en vóór de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering onherroepelijk geworden, is ontvankelijk, daar de overgangsbepaling van art. 226 Invoeringswet Strafvordering, kenlijk strafzaken op het oog heeft, waarin op bedoelden datum de rechter was geadieerd en welke toen nog niet definitief waren afgedaan, wat wel het geval is, wanneer tegen het vonnis geen enkel gewoon rechtsmiddel meer openstaat.
(Aldus Concl. O. M. stilzwijgend bij het arrest gevolgd.)
Betaling van een geldsom aan de algemeene armen is niet een voorwaarde, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.