Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 13 quater Stemmen krachtens artikel 26, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1024/2013
Geldend
Geldend vanaf 14-08-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2023 (uitgifte: 25-07-2024, regelingnummer: 2024/2023)
- Inwerkingtreding
14-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2023 (uitgifte: 25-07-2024, regelingnummer: 2024/2023)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
Met betrekking tot het vaststellen van ontwerpbesluiten krachtens artikel 26, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1024/2013, en op basis van artikel 16 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 283, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen, zijn de volgende regels van toepassing:
- i)
vervallen;
- ii)
besluiten worden geacht vastgesteld te zijn wanneer ten minste 55 % van de leden van de Raad van toezicht, die ten minste 65 % van de totale bevolking vertegenwoordigen, voorstemmen. Een blokkerende minderheid moet ten minste het minimumaantal leden van de Raad van toezicht omvatten dat 35 % van de totale bevolking vertegenwoordigt, plus één lid, bij gebreke waarvan een gekwalificeerde meerderheid wordt geacht te zijn bereikt.
- iii)
vervallen;
- iv)
alle vier, door de Raad van bestuur benoemde, ECB- vertegenwoordigers hebben een gewicht dat gelijk staat aan het mediane gewicht van de vertegenwoordigers van de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten, zoals berekend op basis van de in de bijlage vastgelegde methode;
- v)
de stemmen van de voorzitter en de vicevoorzitter hebben geen gewicht en tellen alleen mee voor de definitie van de meerderheid voor zover dit het aantal deelnemers van de Raad van toezicht betreft.