RvdW 2019/588
Klacht dat witgewassen geldbedrag niet afkomstig is van een aan het witwassen 'voorafgaand' misdrijf en beroep op kwalificatie-uitsluitingsgrond bij verkrijging uit eigen misdrijf. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03353
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:666, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:223, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
Essentie
Klacht dat witgewassen geldbedrag niet afkomstig is van een aan het witwassen 'voorafgaand' misdrijf en beroep op kwalificatie-uitsluitingsgrond bij verkrijging uit eigen misdrijf. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
23 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/03353
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 3 juli 2017, nummer 23/004638-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 3 juli 2017 door het gerechtshof ...