RvdW 2020/173
Verbintenissenrecht. Tekortkoming wegens niet tijdig presteren?; ingebrekestelling; functie; verzuim van rechtswege; fatale termijn; mededeling schuldenaar.
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:141
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04169
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:141, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑10‑2018
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Tekortkoming wegens niet tijdig presteren?; ingebrekestelling; functie; verzuim van rechtswege; fatale termijn; mededeling schuldenaar.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad heeft een ingebrekestelling niet de functie om ‘het verzuim vast te stellen’, maar om de schuldenaar nog een laatste termijn voor nakoming te geven en aldus nader te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk is zonder dat van een tekortkoming sprake is, bij gebreke van welke nakoming de schuldenaar vanaf dat tijdstip in verzuim is. Hiermee strookt dat pas sprake is van een tekortkoming wegens niet tijdig presteren (ervan uitgaande dat nakoming nog mogelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.