Einde inhoudsopgave
Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2022
- Bronpublicatie:
21-02-2022, Stb. 2022, 120 (uitgifte: 25-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2022, Stb. 2022, 120 (uitgifte: 25-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Voor elke subsidie-ontvanger geldt dat het tenderbedrag in elk kalenderjaar van de periode waarover subsidie wordt verstrekt wordt gecorrigeerd met:
- a.
de elektriciteitsprijs of, indien de elektriciteitsprijs lager is dan de in artikel 20 bedoelde basiselektriciteitsprijs, de in artikel 20 bedoelde basiselektriciteitsprijs;
- b.
de waarde van de garanties van oorsprong;
- c.
andere bij ministeriële regeling vast te stellen correcties die een substantiële invloed hebben op het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit en die voortvloeien uit maatregelen van de overheid.
2.
De elektriciteitsprijs, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, bedraagt de gemiddelde waarde voor elektriciteit, die kan worden gecorrigeerd voor een bepaalde periode waarin de waarde voor elektriciteit negatief is, verminderd met de profielkosten van elektriciteitslevering aan het net en de onbalanskosten. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld in welke gevallen en over de wijze waarop de correctie of de vermindering plaatsvindt.
3.
In de beschikking tot subsidieverlening kan Onze Minister bepalen dat, in aanvulling op het eerste lid, het tenderbedrag wordt gecorrigeerd met een bedrag per kWh opbrengsten die voor de subsidie-ontvanger voortvloeien uit het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten, bedoeld in titel 16.2 van de Wet milieubeheer.
4.
Bij ministeriële regeling worden jaarlijks voor 1 april de in het eerste en derde lid bedoelde correcties en de in het tweede lid bedoelde profielkosten van elektriciteitslevering aan het net en onbalanskosten voor het voorgaande kalenderjaar vastgesteld, die kunnen verschillen per categorie productie-installaties en binnen een categorie productie-installaties indien op grond van artikel 20 verschillende basiselektriciteitsprijzen voor een categorie productie-installaties zijn vastgesteld.
5.
Ten behoeve van de voorschotverlening worden bij ministeriële regeling jaarlijks voor 1 november de in het eerste en derde lid bedoelde correcties voor het volgende kalenderjaar vastgesteld, die kunnen verschillen per categorie productie-installaties en binnen een categorie productie-installaties indien op grond van artikel 20 verschillende basiselektriciteitsprijzen voor een categorie productie-installaties zijn vastgesteld en waarbij voor de elektriciteitsprijs de gemiddelde waarde in de periode 1 september tot en met 31 augustus, of in een bij ministeriele[lees: ministeriële] regeling te bepalen periode, voorafgaand aan het kalenderjaar wordt gehanteerd en voor de profielkosten van elektriciteitslevering aan het net en onbalanskosten de waarden die op grond van het derde lid zijn vastgesteld. Indien na 1 november bij ministeriële regeling een andere categorie productie-installaties wordt aangewezen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, worden de in het eerste en derde lid bedoelde correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor die categorie productie-installaties bij die ministeriële regeling vastgesteld.
6.
Indien het ingevolge het eerste of derde lid geldende bedrag negatief is, bedraagt het bedrag nul.