NJB 2022/877
Getuigenverzoeken, art. 6 EVRM: in casu is de afwijzing daarvan door het hof niet zonder meer begrijpelijk mede erop gelet dat de bewezenverklaring mede steunt op de door de verdachte betwiste getuigenverklaring zonder dat de verdediging deze getuige heeft kunnen ondervragen, terwijl het hof niet ervan blijk heeft gegeven te hebben nagegaan of de procedure in haar geheel voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:341
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/02766
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:341, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:107, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Getuigenverzoeken, art. 6 EVRM: in casu is de afwijzing daarvan door het hof niet zonder meer begrijpelijk mede erop gelet dat de bewezenverklaring mede steunt op de door de verdachte betwiste getuigenverklaring zonder dat de verdediging deze getuige heeft kunnen ondervragen, terwijl het hof niet ervan blijk heeft gegeven te hebben nagegaan of de procedure in haar geheel voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – (feit 1) ‘diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.